Nederlands Forum over Oude Radio´s

Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken (zoals oude TV´s, versterkers, meetapparatuur). Hier kunt u discussiëren en chatten over uw hobby. Voorbeelden zijn: identificatie of datering van oude toestellen, vragen over documentatie, hulp bij reparaties en restauraties. De voertaal op dit forum is Nederlands, maar bijdragen in andere talen zijn ook welkom.

Re: Vraag over 525A

Geschreven door Piet Jansen om 01. Okt 2001 09:28:23:

In reactie op: Re: Vraag over 525A geschreven door Nico den Haak om 30. Sep 2001 20:39:27:

>>>>>>>>>>Vraag 1: de snarenloop: is dat staaldraad of gewoon koord?
>>>>>>>>>>vraag 2: hoe is de wijzer bevestigd aan de snaar?
>>>>>>>>>>vraag 3: Welke spanning moet er ongeveer op de eerste elko staan?
>>>>>>>>>>De (originele!)1823 doet puffend zijn werk en komt tot ongeveer 120 volt, en ik denk dat dat wat weinig is.
>>>>>>>>>>(Ramon nog bedankt voor de tip over de elektrolieten; dat lukt.smile)
>>>>>>>>>>Groeten,
>>>>>>>>>>Piet Jansen
>>>>>>>>>Snaarloop is een platte stalen kabel van ongeveer een 4mm. breed. Op die kabel zit een klem waarin de schaalwijzer klikt.
>>>>>>>>>Op vraag 3 en volgende weet ik zo geen antwoord.
>>>>>>>>>Groeten Ramon
>>>>>>>>Piet,
>>>>>>>>De spanning over de eerste elco moet ongeveer 240 volt bedragen. De spanning die jij opgeeft is veel te laag en duidt er op dat of deze elco het voor gezien houd of de tweede elco heeft een te grote lekstroom. Een voor een even los nemen en losjes vervangen door een goede elco en controleren of de spanning dan de verwachte waarde bereikt. Ook de 1823 kan natuurlijk wel heel erg zwak zijn, vervangen door een betere of door een 1805 ( deze heeft wel een groter gloeistroom en kan niet definitief deze 1823 vervangen) dan blijft nog over de mogelijkheid om twee dioden te gebruiken ( 1N4007) om te controleren of het aan de 1823 ligt. Piet
>>>>>>>Ramon en Piet Bedankt! Ik heb er dan een probleem bij platte snaren ken ik niet, en die zullen wel niet voor het opscheppen liggen. Of bestaat daar ook vervangend materiaal voor? Dat met die spanning los ik wel op: een of twee diodes die de 1823 een beetje helpen. Maar ik dacht dat de maximale sperspanning van de genoemde diodes onvoldoende is; moet ik nog opzoeken.
>>>>>>>Groeten,
>>>>>>>Piet Jansen
>>>>>>Hallo Piet,
>>>>>>Je kunt natuurlijk een gelijkrichtbuis vervangen door twee diode's, b.v. 1N4007. Dat is technisch zeker mogelijk, en werd in het verleden heel veel gedaan. Regelmatig na de aanschaf van een nieuw "beurskoopje" moest ik weer eens twee diode's onder de voet vandaan slopen... Het laatst gebeurd toen een 620A mijn pad kruiste. Maar denk er wel aan dat dan de voedingsspanning knap hoog word. Die twee diode's geven namelijk nauwlijks verlies, met een beetje pech ga je zo richting 290-300V voedingsspanning. De oude afvlakelo's vinden dit beslist niet leuk! Zet het toestel dan op zijn minst op de hoogst instelbare netspanning. Bij een 525 is dat de 232-245 stand. Maar liever op de beurs een goede gebruikte 1823 zoeken, inplaats van het geknoei met die diode's, ook historisch gezien in mijn ogen geen gepaste definitieve oplossing. En in geen geval een paar diode's extra bij de verzwakte 1823 monteren. Dan word het helemaal een rommeltje. Bij het repareren van een mooie radio als de 525A moet je echt historisch gezien een beetje verantwoord bezig zijn. Wat je natuurlijk wel kunt doen is tijdelijk de diode's in een oude buissokkel onderbrengen, en op de plaats van de defecte 1823 steken. Het toestel blijft dan mooi origineel, wat heel belangrijk is. En vind je later de originele gelijkrichter, kan die er zo ingestoken worden. En de rest van de restauratie kan beginnen...
>>>>>>Succes,
>>>>>>Nico den Haak.
>>>>>Nico,Nico Hier ga je even in de fout!!!!!!! De uiteindelijke spanning die over de elco komt te staan is 1,4 maal de aangelegde wisselspanning. Hoe ook de inwendige weerstand mag zijn van de gebruikte gelijkrichter. Mocht de afgenomen stroom door de ontvanger te groot worden door een of andere oorzaak dan kan de spanning alleen maar minder worden. Waarbij de inwendige weerstand van de gebruikte gelijkrichter een rol zal spelen. Maak de mensen dus niet bang als zou men met diodes angstige hogespanningen verkrijgen. Wordt behandelt in les twee van onze cursus!!!
>>>>>Radio Technische Commissie.
>>>>Natuurlijk is in THEORIE de uitkomst van de spanning over de afvlak C wortel 2 maal de aangelegde wisselspanning. Maar er is ook nog zoiets als verliezen in de gelijkrichtbuis door de inwendige weerstand. Die diodebrug heeft een veel lagere inwendige weerstand, en daarom veel minder "verlies" Ik ben heus niet achterlijk hoor! Maar goed. Plaats voor de grap eens de meter over de afvlakelco, en dan geen ding van 50K per volt. We nemen wel even aan dat het toestel in kwestie verder in orde is, en dat de gelijkrichter normaal belast word volgens zijn specificaties. Met de diodegelijkrichter meet je altijd! zo'n 290-300V. Lekker hoog voor elco's van 67 jaar oud. Daar komt nog bij dat de eindlamp niet direct anodestroom trekt, dus de piekspanning ligt (enkele ogenblikken) nog een beetje hoger. Met gelijkrichtbuis (nieuwe) is dat (in bedrijf) zo'n 10 tot 15 volt lager. Zelf proefondervinderlijk bij verschillende toestellen vastgesteld, meten is weten. En dan praten we hier nog over een nieuwe buis. Uiteraard even met de variac de netspanning keurig op 220V gehouden. Ter controle nog even de diodebrug op de (AVO 160) buizentester gezet. Met de schakelaar in de 30mA stand vliegt de meter zowat de schaalverdeling uit, ruim boven de 100% dus. Hiermee is dus de juistheid van mijn stelling meer dan aangetoont! Theorie is leuk, maar ik hou nu eenmaal ook van de praktijk. Met de normale gelijkrichtbuis loopt de meter wel keurig naar de normale waarde. Ik wil helemaal geen mensen bang maken, echter wel wil ik ze waarschuwen. Ten eerste ga je niet van allerlei ongerief onder die buisvoet bakken, en bovendien zijn er historisch verantwoorde alternatieven. Op de beurs liggen zat gelijkrichtbuizen die goed zijn. Breng je het (diode) spul onder in een oude buissokkel, blijft in elk geval het toestel origineel. En is alles weer zo te herstellen. Zet je dan ook nog het ding op een wat hogere netspanning, kan er in principe weinig misgaan. Je compenseerd dan mooi het wat lagere verlies in de diodebrug. Wat ook uit mijn text blijkt. Wij hebben hier trouwens al 234V netspanning... Ik dacht dat het allemaal wel aardig klopte,
>>>>Groet,
>>>>Nico den Haak.
>>>>Gedipl. Radio,TV en Videotechnicus, TTR-VEV.
>>>>P.S. We zijn al bij les 26, waar was je al die tijd??
>>Heren, zelf ook electronica gestudeerd hebbend ( een dat voor een meisje), sta ik toch verbaasd wat hier toch weer allemaal geschreven wordt. Als het zo eenvoudig is als Nico het voorsteld, had ik mijn studie op een regenachtig week-end kunnen afronden in plaats van vier jaar avond studie. Waarom volgt Nico een cursus? Hij heeft al zijn papieren? Die Piet zal het wel weten hij is immers van de technische commissie, maar die gaat ook niet diep op de zaak in en geeft van die glad gestreken antwoorden waar echter geen speld tussen te krijgen is.
>>Het is een wonderlijk mannen wereldje. Anneke.
>Hallo Anneke,
>Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar je moet nooit denken dat je alles weet. Ik heb mijn diploma's op zak, toendertijd was dat nodig om een eigen reparatiebedrijf te mogen beginnen. In 1994 heb ik tenslotte mijn laatste papieren gehaald, en ik mocht beginnen. Eerst nog een aantal jaren bij een grote RTV zaak gewerkt, om te kunnen zien hoe alles een beetje reilt en zeilt. In 1997 tenslotte de stap gemaakt, en voor mezelf begonnen. Maar moderne electronica kun je echt niet vergelijken met oude (buizen) en radio techniek. Gelukkig zijn er bij de club een aantal mensen die hun hele leven in de oude techniek gewerkt hebben, en dus een schat aan praktische (en theoretische) kennis bezitten, Piet v Schagen is er daar trouwens eentje van. Op een gegeven moment hebben zij de koppen bij elkaar gestoken, en hebben een restauratiecursus op touw gezet. Voor mij was het een logische stap om me daarvoor in te schrijven. Een mens kan immers niet alles weten, wat ik ook nooit of te nimmer heb beweerd. Voor mij met mijn 31 jaar was de oude techniek in elk geval een verademing. In de vier jaar dat de cursus nu duurt is mijn kennis van de oude techniek behoorlijk op peil gekomen, een welkome aanvulling. Het belangrijkste van de hobby vind ik echter dat je deze op een zo goed mogelijke manier uitoefend. Eén radio restaureren moet bij mij tot in de puntje's, en zo perfect mogelijk gebeuren. De doelstelling is uiteindelijk dat het apparaat weer voor 100% gaat werken, maar intern er ook zo origineel mogelijk bijstaat. Als je dan toch aan het repararen slaat, is er geen enkele reden om dat niet meteen zo netje's mogelijk te doen, ook in historisch opzicht. Daarmee zijn we tot de kern van dit verhaal gekomen, het enigste wat ik bij het oorspronkelijke epistel van Piet Jansen wou zeggen is om een beetje verantwoord aan zo'n apparaat te sleutelen. Een 525A is een leuke radio, die moet je niet gaan verknallen door van allerlei ongerief onder de buisvoet te gaan solderen. Als ik geweten had dat iedereen zijn haren achterover zouden gaan staan, had ik mijn mond wel gehouden, wat kan mij eigenlijk andermans radio schelen!
>Groet,
>Nico den Haak.

Hallo Nico, Piet en Ramon:
Hartelijk dank voor jullie uiteenzettingen! En een persoonlijk accent waardeer ik zeer, ook al worden sommige mensen dan wat opstandig.

Op de beurs in Antwerpen heb ik mij een 1805 laten aansmeren voor een 1823 (stom stom stom!), maar het toestel komt er wel mee op spanning zonder extra gesoldeer aan de onderkant.

Op dit moment ben ik aan het schilderen aan de kast en met houtbewerking eraan bezig. Dat is juist het leuke aan deze hobby dat je van alle markten thuis moet zijn om een resultaat neer te zetten. En de mensen in het forum vormen daarbij een zeer waardevolle informatiebron.
Nogmaals hartelijk dank!
Piet Jansen




Reacties / Answers:


Terug naar Nederlands Forum over Oude Radio´s