Nederlands Forum over Oude Radio´s
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio´s en gerelateerde zaken


Re: Na een nachtje slapen

Geschreven door Henk Roovers om 30. Dec 2002 23:20:42:

In reactie op: Re: Na een nachtje slapen geschreven door Ed van der Weele om 30. Dec 2002 21:27:02:

Hallo Ed,
je vermeld helaas niet welk schema hoort bij jouw scope metingen. Veronderstel even dat het het onderste schema betreft. Voor de helderheid van de uitleg moet je nog een belasting (de radio) denken tussen de aansluiting "chassis" en de aansluiting "hoogspanning". De condensator C75 is tijdens de meting niet aanwezig. Als je de scope aansluit tussen het chassis en de andere zijde van R75 dan kan het niet anders zijn, dan dat je het volgende waarneemt. Tijdens de positieve periodehelft zal de gelijkrichter geleiden. er loopt dan dus een stroom via de diode, de belasting, en de weerstand R75naar de andere pool van het lichtnet. Deze stroom zal een spanningsval veroorzaken over de weerstand en als de belasting zuiver ohms was, zonder elco's etc, dan zou je daar een halve periode zien, negatief gericht t.o.v. de chassisaansluiting. Bij de volgende halve periode zal de gelijkrichter sperren en in het genoemde traject loopt derhalve geen stroom. (Ho, wacht nou even ik had het over een ohmse belasting zonder elco's!) Als je scope ingang ingesteld stond voor DC koppeling, zal het signaal op aard(=chassispotentiaal) blijven en geen uitslag vertonen. We zien dus een 50Hz pulserende spanning over de weerstand staan. Lijkt wel op jouw bovenste tekening, maar dan negatief gericht. Pulserend zegt eigenlijk niets over de golfvorm.
Let wel, we praten nog steeds over het onderste schema, hetgeen overeenkomt volgens mij met de praktijksituatie in jouw toestel.

De belasting is echter niet ohms en bovendien nog overbrugd met elco C1. (Waar elco C1 genoemd staat, bedoel ik C1 met daaraan parrallel C2, maar voor de theorie maakt dat niet uit) We kunnen dan toch nog vanalles meten over de weerstand R75. Het is duidelijk dat de elco C1 tijdens de geleidende periode van de diode bijgeladen wordt via de weerstand R75. Van af de eerste periode totdat de elco vol is kun je dit verloop wel waarnemen. Het is echter maar een paar perioden lang, dus je zult eventueel een scope met geheugen moeten hebben om dit eenmalige fenomeen, direct na inschakelen waar te nemen. De elco wordt opgeladen tot de topspanning van de wisselspanning (minus een diode overgang). Zolang de elcospanning even hoog blijft als de topspanning zal er dus niets bijgeladen worden en is de stroom en dus ook de spanningsval over de weerstand nihil. De scope blijft op chassispotentiaal staan.
Zoals we al zagen is er wel degelijk een belasting, nl de radio. Tijdens de topspanning van de wisselspanning zal de elco worden bijgeladen tot deze topspanning en wordt tevens de radio voorzien van energie. Tijdens de tweede halve periode geleid de diode niet en zal de radio alleen gevoed worden door C1. De elco zal daardoor gedeeltelijk ontladen, waardoor de elcospanning zakt tot een bepaalde eindwaarde. Hiervoor geldt hoe kleiner de capaciteit, hoe lager de restwaarde. Bij de volgende positieve halve periode, zal de elco weer worden bijgeladen tot de topspanning. Als er bijgeladen wordt, loopt er stroom en dat geeft een spanningsval over de weerstand. We meten dus over de weerstand in het 50Hz ritme de laadstroom, zijnde een pulserende stroom (niet continue dus). Deze laadstroom zal behoorlijk zijn, omdat de diode in geleidende toestand een zeer lage ri vertoont en de waarde van der weerstand R75 laag is. Ik moet helaas vaststellen dat jouw scopebeeld niet voldoet aan het te verwachten patroon van voorgaande beschrijving. Er staat voortdurend spanning over de weerstand en dat kan alleen maar als bijv. C75 aanwezig is. We praten nog steeds over het onderste schema, met afwezigheid van C75. Het hoeft verder weinig betoog dat deze stroom door de weerstand (en dus de spanning daarover) niet eenvoudig met een kleine elco af te vlakken is. De spanning is in deze configuratie dus weinig geschikt als roosterspanning.

Nu het Philips schema, dat komt overeen met de bovenste tekening. Het is jammer dat ik de tekeningen niet aan kan passen. Voor de uitleg zou ik het dan iets anders tekenen, nl signalen van links naar rechts en voedingen van boven naar beneden, maar dat even terzijde.

Je ziet dat de elco C1 opdoor de gelijkrichter geladen wordt, zonder tussenkomst van een weerstand. Het gevolg is dat de topspanning op de elco tijdens bedrijf nu iets hoger kan worden en dat de laadstromen feitelijk niet meer begrensd zijn door wat dan ook. De ri van het lichtnet kan behoorlijk laag zijn en van een goede elco ook. Een si diode zou het dan best wel een benauwd kunnen krijgen, maar we hebben met een buis UY1 te doen dus dat valt wel mee. Overigens is de ri van de buis toch wel zo laag dat de buis een soort schakelend gedrag vertoond, dat behoorlijk kan storen op bv Middengolf. Vandaar de aanwezigheid van C110 op het Philips schema.
Even weer terzake. Voor het toestel is steeds de elcospanning van C1 beschikbaar inclusief de daarop voorkomende rimpelspanning. De buizen hebben daar weinig last van, omdat de voortrappen nog beschikken over een extra afvlakfilter in de vorm van R1 en C2. Alle stromen inclusief die van de eindbuis lopen niet rechtstreeks naar de minpool van de voeding, maar via R75. De eindbuis zorgt daarbij voor de grootste stroom. De stroom door voorversterkerbuizen is (we denken voor de eenvoud maar dat er geen audio en/of HF signaal aanwezig is) constant en zal door het extra voedingsfilter weinig rimpel vertonen. De eindbuis is echter op de eerste elco C1 aangesloten en dat zou rimpel op de stroom door de eindbuis kunnen veroorzaken. Gelukkig zijn penthodes weinig gevoelig voor kleine variaties in de anodespanning en last but not least wordt de anode gevoed door een fikse smoorspoel, zijnde de uitgangstransformator. We kunnen dus gerust aannemen dat de stroom door de weerstand erg constant is en practisch rimpelvrij. Een nadeel van de schakeling is wel, dat alle buizen via de kathodes met elkaar gekoppeld zijn. Voor de signaalverwerking is dat funest. Voor signalen, wisselspanningen dus, wordt de weerstand kortgesloten door C75 en omdat de stroomvariaties in de eindbuis groot kunnen zijn tengevolge van het audiosignaal is daar een stevige elco voor nodig, zo'n 100 a 200 uF. Bijkomstig voordeel is dat een eventuele kleine rimpelspanning, zo die er nog mocht zijn ook verwijderd wordt. De spanning over de weerstand tengevolge van al die stromen is dus ook erg constant met weinig rimpel. Deze spanning is dus uitstekend geschikt om te gebruiken als negatieve voorspanning. Sluit je nu de scope aan over deze weerstand, dan zul je immer een negatieve spanning meten t.o.v. het chassis. Het maakt daarbij niet uit of de elco wel of niet aanwezig is. (Let op dat het toestel zonder C75 eventueel kan oscilleren en dan zie je dus wel signaal over R75!)

Er werd nog even gereageerd op het schema door dat te vergelijken met een radio type RYTMUS. Hier wordt inderdaad de eerste minder goede schakeling gebruikt. Om toch een rimpelvrije voorspanning te krijgen, wordt een erg straf filter gebruikt, nl een weerstand van 1,5Mohm, gevolgd door een condensator van 0,5 uF naar aarde. De weerstand R75 (in het schema van RYTMUS is dat R22) is hier helemaal niet overbrugd met een condensator, maar dat is in dit geval ook niet nodig. De weerstand heeft vermoedelijk nu wel een gustige uitwerking op de levensduur van de buis, maar dat zou marginaal kunnen zijn. Dat even terzijde.
Verder werd er gereageerd over sinusvormige audiosignalen etc. Hiervoor een tip Tijdens reparatie moet je de electronica in twee stukken denken. De signaalweg en de gelijkstroom weg. De signaalweg is waar het meestal om gaat, nl het versterken en/of verzwakken van signalen. De gelijkstroomweg is die welke benodigd is voor het laten functioneren van de buizen etcetera. Doorgaans leven deze wegen hun eigen leven, zonder elkaar te beinvloeden. Het is derhalve zaak daar een goed inzicht in te krijgen, omdat dat veel reparaties sterk vereenvoudigt. Overigens een audiosignaal mag dan wel opgebouwd zijn uit vele sinusvormen, op de scope is een audiosignaal maar een grillig figuur. De bedoelde sinusvorm krijg je alleen te zien als je bijvoorbeeld een meetzendertje moduleert met een enkelvoudige toon.

Het was een beetje lang verhaal. Ik hoop dat mijn uitleg ook begrijpelijk is voor hen die nog maar kort met het"radiovak" te maken hebben, maar zeker wel interesse vertonen in de magie van de electronica.

Ik heb nog wel een vraag. Hoe maak jij die fraaie schemaatjes, dat heb ik al vaak nodig gehad, maar weet eigelijk niet goed hoe dat te doen. Met een simpel tekenprogramma is het toch nog een heel gedoe. Ik hoor het wel.


mvg Henk Roovers






Reacties / Answers:


Terug naar Nederlands Forum over Oude Radio´s