|
Nederlands Forum over Oude Radio´s |
Re: Neon-Afstemindicator 4662
Geschreven door Ph van Apeldoorn op 17. Aug 2003 22:36:04:
In reactie op: Re: Neon-Afstemindicator 4662 geschreven door Guus op 17. Aug 2003 22:28:24:
>Aller eerst moet ik een ieder bedanken voor de hulp en uitleg.
>Maar ik heb toch nog een vraagje wat is de spannings variatie voor laten we zeggen
>geen uitslag op de indicator en volle uitslag.Als de H.T. spanning van het toestel
>varieert b.v.b bij max. volume is dit dan zichtbaar op de indicator en wat gebeurt er als
>de emissie van de gelijkrichter afneemt moet dan het geheel opnieuw ingesteld worden.
>Is het geheel niet kritisch bij zulke hoog ohmige weerstanden
>groeten Guus>
=================================================================================
Hallo Guus Als de emissie afneemt van de gelijkrichter .Dan vervang je deze b.v. zodat hij toereikend blijft .Ik zelf heb een erres KY 156 en wel eens buizen verwisseld en bij of naregelen was noodzakelijk .Groet Philip.
======================================================================================
>>Als ik het goed begrijp maakt het niet uit of je de kathode of de anode spanning varieert,
>>>het oplichten gebeurt bij een bepaalde spanning tussen deze twee electroden.
>>In principe maakt dat niet uit, in de praktijk wordt de anode spanning gevarieert t.o.v. aarde/kathode
>>>De hulp-anode zorgt voor een voorspanning een soort bias is dit correct?
>>Dat klopt ongeveer, er is een minimale ionisatie nodig om het glimlicht te ontsteken, door deze "voor-ionisatie" start de lamp gemakkelijker en bij een lagere anodespanning
>>>Als het buisje gas dicht is is dan de levensduur onbeperkt?
>>Ook neon buisjes kunnen verslijten (dan worden ze zwart), maar door de geringe stroomsterkte in een 4662 buisje gaat dit zeer lang mee
>>>De voorspanning ligt die iets onder de ontsteekspanning?
>>Nee, de voorspanning is altijd hoger dan de ontsteekspanning. Het gas in de buurt van de hulpelektrode is dus altijd geioniseerd. Hierdoor start de ionisatie via de "echte" anode bij een lagere spanning, de lamp ontsteekt dus veel gemakkelijker dan mogelijk zou zijn zonder het gebruik van de hulpanode.
>>Overigens wordt de stroom via de hulpanode zeer klein gehouden door een grote serieweerstand, b.v. 6,4 Mohm, zodat er hierdoor maar heel weinig licht kan ontstaan
>>>Guus