|
Nederlands Forum over Oude Radio´s |
tekst van het artikel
Geschreven door Wouter Nieuwlaat op 24. Aug 2003 10:07:59:
In reactie op: Scan van de krant geschreven door Arie Schets op 23. Aug 2003 19:31:27:
Verzamelaars verliefd op antieke ‘buizenkasten’
Die goeie ouwe radio doet het nog goed
kader bij foto:
Van Den Helder tot Roosendaal, in heel Nederland kom je ze tegen: liefhebbers en verzamelaars van oude radiotoestellen.
Van simpele ontvangers tot luxe uitgevoerde radiomeubels met veel knoppen, toetsen en uitgebreide zenderschaal.
Dat is “de ouwe radio”, waar in vroeger tijden hele volksstammen aan ‘gekluisterd’ waren als er nieuws-, sport- of amusementsprogramma’s werden uitgezonden.
Het zijn in voornaamste (voornamelijk) buizenradio’s uit de periode 1925-1965 die de hobbyisten koesteren en weer aan de praat proberen te krijgen.
Al meer dan 25 jaar bestaat de Vereniging voor de Historie van de Radio.
Daarbij zitten echte liefhebbers en dat zijn niet alleen VUTters. Ook jongeren, zoals student Wouter Nieuwlaat (foto) zijn ‘radioactief’.
“het is begonnen met de de oude Grundig-radio van mijn grootmoeder”Lees verder op pag. 3:
Ons land is, vanzelfsprekend in Hilversum, een omroepmuseum rijk dat naast veel aandacht voor de geschiedenis van radio- en televisieprogramma’s een aanzienlijke collectie oude radio’s en televisietoestellen tentoonstelt. Dit museum is overigens nog tot volgend jaar gesloten vanwege nieuwbouw. In Eindhoven, waar Philips als producent van gloeilampen mede aan de wieg van het fenomeen buizenradio stond, is eveneens een museum waar de historie en ontwikkeling van allerlei apparaten op dit gebied wordt geconserveerd en gekoesterd.
Nederland telt veel verzamelaars van oude radio’s. Bij sommigen kun je al spreken van een privé-museumpje. Eén van hen is Wouter Nieuwlaat (20), een student Internationaal en Europees recht in Tilburg. Bij elkaar heeft hij in vier jaar tijd zo’n honderd oude radio’s en aanverwante apparaten verzameld. Omdat hij zijn ouderlijk huis natuurlijk niet tot museum kon en mocht ombouwen, heeft hij zijn collectie grotendeels elders opgeslagen. Wouter heeft wel een digitaal museum op internet. Wie gaat surfen ontdekt dat er nog meer hobbyisten zijn die hun collectie op een website laten zien. Het Zondagochtendblad is toevallig op de site van Wouter beland en raakte in de ban van al die mooie apparaten uit vervlogen dagen.
Van oma en opa
Wouter: ,,De meeste verzamelaars van buizenradio’s zitten niet vervuld van nostalgie, watertandend naar de antieke toestellen te staren en te luisteren. Onze ambitie is ook de mechanische kant ervan te ontdekken, ze op te knappen en er (weer) goed geluid uit te krijgen. Voor mij is dat een geweldige hobby. Totaal iets anders dan waar ik nu voor studeer. Maar ik heb van kindsbeen af aan al iets met techniek. Aanvankelijk heb ik ook scheikundige technologie gestudeerd aan de T.U in Eindhoven. Het gevoel om iets technisch met je handen te doen, heb ik van mijn vader die als fijnbankwerker bij Philips heeft gewerkt en later, na weer een sanering daar, reparateur van antieke uurwerken is geworden. Mocht ik als kind wel eens meehelpen om klokjes uit elkaar te schroeven.’’
De liefde voor antieke radio’s is bij Wouter spontaan ontstaan nadat hij op de zolder van zijn grootouders hun eerste echte radiotoestel, een Grundig uit 1958, vond. ,,Het was toevallig ter sprake gekomen omdat hun televisie kapot was gegaan. Dat ze hun oude radio nog hadden. Dat ‘ding’ staat nog ergens op zolder, zei oma. Meteen was ik verrukt van het apparaat. Binnen de kortste keren stond hij al bij mij thuis. Ik ging hem uitproberen en hij werkte nog ook. Het fascineerde me zó, dat ik op internet ging zoeken om er meer over te weten te komen. Tot mijn verbazing vond ik diverse publicaties over het onderwerp. Er bleek zelfs een Vereniging voor de Historie van de Radio te bestaan.’’ Toen hij kort daarna in een huis-aan-huisblad bij de kleine advertenties twee buizenradio’s voor vijfentwintig gulden aangeboden zag staan, was zijn hobby een feit. ,,Daarnaast verzamel ik zoveel mogelijk informatie over het mechanisme en de werking ervan. Een gebroken of een uitgelubberd asje, daar kon ik al wel iets mee. Maar ik wilde gewoon van álle onderdelen weten hoe het werkt. Dankzij forums op internet kan ik er ook over praten met andere verzamelaars. Natuurlijk bezocht ik de (ruil)beurzen op dit gebied waarvan er jaarlijks diverse zijn. Zo zijn de beurzen in Doorn een bedevaartsoord voor verzamelaars van oude radio’s.. Je kunt er ook nog volop in alle soorten en maten radiobuizen kopen.’’
Op wieltjes
Radio’s uit (over) grootvaderstijd vind je niet alleen in de krant. Rommelmarkten en kringloopwinkels leveren soms interessante exemplaren op. Op deze manier is Wouter aan veel afgedankte radio’s gekomen. ,,Verder worden ze vanuit het hele land via internet aangeboden. Je moet ze dan wel zelf gaan halen. Omdat ik geen auto heb, maar wel een OV-kaart heb ik dat nog wel eens met de trein gedaan. Bijvoorbeeld toen ik als eerste een man uit Hoorn te pakken kreeg die een bijzonder exemplaar op internet aanbood. Uit het telefoontje bleek dat het om een grote radio van wel 25 kilo ging die moeilijk te tillen was. Ben ik daar met een karretje op wieltjes naar toe gegaan. Ik moest naar station Hoorn-Kersenboogerd reizen, waar geen lift is, dus dat was even sjouwen. Die man heeft me nog geholpen om het geval op het perron en in de trein te tillen. Zat ik met dat gevaarte op een wagentje op zo’n balkon in de trein. Veel passagiers keken vreemd op en sommigen vroegen me gewoon wat ik met wat ik dat ding in de trein deed. Dat was wel een leuke ervaring.’’
Misbaksel
Wouter kan boeiend vertellen over buizenradio’s. Tijdens een rondleiding op de bovenverdieping in huize Nieuwlaat, waar diverse exemplaren naast en boven op elkaar zijn opgesteld, laat hij trots een bakelieten Philector zien, een schakelapparaat dat Philips maakte om bepaalde zenders beter te kunnen ontvangen. Op een vooroorlogse radio laat hij de zender Arrow Classic Rock horen. De geluidskwaliteit is niet je van dat. ,,Dat ligt niet aan de ontvanger hoor, maar aan de zender zelf. Bij dat en andere radiostations, draaien ze het volume veel te hoog, waardoor je vervorming krijgt.’’ Wouter is helemaal niet te spreken over de frequenties van nieuwe zenderindeling. ,,Die hele nieuwe etherindeling is een misbaksel. Het is niet alleen Radio 1 dat nu op veel plaatsen slecht te ontvangen is. De ontvangstkwaliteit van álle zenders is er veel minder op geworden. Er zijn zenders bijgekomen en ze zitten nu zo dicht opeen gepakt dat ze elkaar in de weg zitten. Voor de luisteraar is het er dus niet beter op geworden.”
Ton van Bemmelkader
Voor informatie over dit onderwerp op internet kan simpelweg het beste gezocht worden via www.antiekeradio.nl. Deze site heeft links van de meest interessante sites. De Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio bestaat sinds 1977 en geeft vier keer per jaar het Radio Historisch Tijdschrift uit. In het juninummer van 2003 staat onder meer een interessant artikel over ’De verdwenen radiotoestellen van 1943’, toen iedereen zijn radio moest inleveren bij de Duitse bezetter. Het e-mailadres van het secretariaat is paulbolt@hetnet.nl De vereniging heeft ook een Technische Commissie die restauratie-informatie verstrekt en cursussen aan leden geeft. Het e-mailadres van de coördinator daarvan is: pa3hdy@xs4all.nl. Er is ook een evenementencommissie met vertegenwoordigers in Uithoorn en Alkmaar, te bereiken respectievelijk op 0297-566 629 en 072-51 10 286.