Nederlands Forum over Oude Radio's
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio's en gerelateerde zaken


Re: Wobbelen van een radio ontvanger

Geschreven door Ron Kremer op 23. Mei 2005 00:59:41:

In reactie op: Re: Wobbelen van een radio ontvanger geschreven door John Hupse op 22. Mei 2005 21:28:37:

>Stel je gebruikt een sinus met een top-top waarde van 2 Volt (de top is 1 Volt, het dal is
>-1 Volt). De frequentie loopt b.v. van 455 tot 485 KHz. Op 25% van de sweep is de spanning
>-0,5 Volt,

Als je dat deel van de spanning (-1 tot +1 V)gebruikt is het beeld wel symmetrisch. M.a.w. een (symmetrische) doorlaatkromme kan in dat opzicht redelijk goed in beeld gebracht worden. Voorwaarde is wel dat het midden daarvan ook naar het midden in het scherm gebracht wordt en niet te dicht bij de uiteinden van het scherm komt.

De niet-lineairiteit komt al naar voren uit het volgende:

>Wouter heeft gelijk dat de helderheid midden in het beeld wat minder is. Dat is een nadeel.

Dat komt omdat de elektonenstraal aan het begin en aan het eind van de Xas, in dit model, minder snel beweegt (kleinere spanningsverandering per tijdseenheid)en het beeld wordt daardoor op die plekken helderder. (de fluoriserende laag wordt per tijdseenheid over een kortere lengte aangeschoten en licht daarom helderder op) Dit is een direct gevolg van de niet-lineairiteit van de (horizontale-) sinus-afbuigspanning, vooral op de uiteinden. Bij waarden dichter rond de de nuldoorgang zal die niet-lineariteit tot op zekere hoogte wellicht verwaarloosbaar zijn. Uitaard is "wellicht verwaarloosbaar" ook weer afhankelijk van hoe nauwkeurig je wilt meten maar zuiver lineair is een sinus ook tussen die waarden niet.

Je kunt geen lineaire frequentieschaal plaatsen op de Xas van de scoop met deze vorm van afbuiging. De afbuigspanning, waarvoor als basis een sinus van 2Vtt gebruikt wordt (dus tussen 270 en 450 graden) zal de volgende posities van de elektronenstraal op de X as te weeg brengen.

na 270 graden (-1 Volt) geheel links op de Xas (de start)
na 315 graden (al 25% van de sweeptijd verstreken) op ca. 15 % van links (van -1 naar -0,7V)
na 330 graden (een derde van de tijd verstreken) op 1/4 van links (zou een derde moeten zijn)
na 360 (0) graden (0 Volt, de helft van de tijd vertreken) op het midden in de Xas,
na 390 (30) graden (2/3e van de tijd verstreken) op 3/4 van links ( zou 2/3e moeten zijn)
na 405 (45) graden (ca. 75 % van de tijd verstreken, straal op ca. 15% van rechts !!)
na 450 (90) graden (+1 Volt), is het eindpunt rechts in het scherm bereikt.

Duidelijk is te zien dat rond de nuldoorgang wel een symmetrisch verloop plaatsvindt maar de afbuigspanning schrijft niet lineair vanaf begin tot eind. Tussen 330 en 390 graden (het gebied tussen -0,5V en +0,5V) wordt in tijd 1/3 (60 graden) van de gebruikte 180 graden van de sinus doorlopen. Op het scherm wordt in dat tijdbestek, rond het midden, exact de helft van de X as-lengte geschreven. Dat is verre van lineair, het zou 1/3 moeten zijn. Omdat het daar te snel gaat is ook de eerder genoemde helderheid minder.

Vr. groet,
Ron







Reacties / Answers:


Terug naar Nederlands Forum over Oude Radio's