|
Nederlands Forum over Oude Radio's |
Re: Uitgangs impedantie buizen versterker
Geschreven door Peter op 18. Sep 2005 21:51:55:
In reactie op: Re: Uitgangs impedantie buizen versterker geschreven door Anton tan op 18. Sep 2005 21:01:49:
Ik wil hierbij even ingaan op de discussie over de uitgangsimpedantie van buizenversterkers.
Een buis is van nature hoogohmig, zowel aan de ingang als uitgang. Een normale spanningsversterker hoeft geen energie te leveren, echter een luidspreker heeft natuurlijk wel
vermogen nodig. De standaard eindbuizen leveren maximaal vermogen tussen zeg ong. 3000 en 7000 Ohm. Bij electromagnetische luidsprekers uit de begintijd was het geen probleem om luidsprekers te maken met een impedantie van bijv. 7000 Ohm. Toen de electrodynamische luid-
spreker kwam, zat men met het feit dat de spreekspoel maar een beperkt aantal windingen kan
hebben omdat de spreekspoel zo licht mogelijk moet zijn. Men had derhalve een trafo nodig om
de hoogohmige uitgang van de buis aan te passen op de luidspreker. Deze uitgangstrafo was altijd een naar ding: Het moet alle frequenties van hoog naar laag doorgeven en ook de anodestroom van de eindbuis gaat er doorheen waardoor kernverzadiging optreedt. Men rust de
trafo dan uit met een luchtspleet, maar dan gaat de zelfinductie weer naar beneden. Dus: Er moet meer draad op de spoel, maar dan wordt het gevaar voor kernverzadiging weer groter.
Men moet dus naar een compromis zoeken.
Nu even naar de kern van de zaak: De uitgangsimpedantie van de eindbuis is heel simpel te
bepalen: Bij een enkelvoudige eindtrap is deze de Ua/Ia, waarbij Ua de anodespanning en Ia
de anodestroom (in Amperes!) is. Probeer het maar: Bij een EL3 is Ia 36 mA en Ua 250 V. Dat
levert 7000 Ohm op. Indien we nu een luidspreker van 5 Ohm willen gebruiken hebben we een
trafo nodig met een wikkelverhouding van de wortel uit Zp/Zs. waarbij Zp de primaire impe-
dantie is en Zs de secundaire impedantie. Zo is de uitgangsimpedantie van elke eindtrap
met welke buis ook te bepalen.Nu is men tijden bezig geweest die trafo de omzeilen. Philips kwam op het idee om een
balanseindtrap te maken waarbij de twee buizen voor wisselspanning parallel komen te
staan (let wel: voor WISSELspanning, voor GELIJKspanning staan ze in serie), de zgn.
serie-balans eindtrap. Door het gebruik van buizen die bij een lagere spanning meer
stroom konden leveren kon men zodoende een uitgangsimpedantie bereiken van c.a. 800
Ohm. Door gebruik van dun draad kon men dan toch een spreekspoel maken die licht genoeg was.Philips heeft het echter in zijn hoofd gehaald om ook normale eindtrappen te maken voor
800 Ohm luidsprekers door gebruik te maken van een ander type uitgangstrafo,. waarschijnlijk
om altijd luidsprekers van 800 Ohm te kunnen gebruiken.Dan het verhaal spanningsversterker: een eindbuis is ook een spanningsversterker, alleen
kan deze ook vermogen leveren. Een normale spanningsversterker kan dat niet. En spannings-
versterkers kunnen ook laagohmig aan de ingang zijn (is alleen niet handig, want dan
moet de trap ervoor vermogen leveren).
En: Een kathodevolger is wel een spanningsversterker, alleen versterkt deze maar 1 keer.
Deze worden alleen gebruikt om een uitgang laagohmig te maken.Ik hoop dat nu duidelijk is dat de uitgangsimpedantie niet bereikt wordt door terugkoppeling
of tegenkoppeling. Met tegenkoppeling wordt de uitgangsimpedantie wel lager, evenals de ver-
vorming.Zo, ik hoop dat dit verhaal meer duidelijkheid geeft over eindtrappen.
Met vriendelijke groet,
Peter
- Re: Uitgangs impedantie buizen versterker anton tan 18.9.2005 22:22 (0)
- Re: Uitgangs impedantie buizen versterker anton tan 18.9.2005 22:01 (0)