AVO 160 (Techniek Radio/TV)
Maar ik blijf nog steeds met de vraag zitten van wat is goed en wat niet.
verschil met een goed/fout tester is dat de AVO tester de steilheid van de buis meet bij een vast ingestelde anodestroom, of bij een vast ingestelde negatieve roosterspanning. De gemeten waarde is de uitkomst hiervan, of dit goed genoeg is of niet goed genoeg is moet je inderdaad zelf bepalen.
De fabrikant heeft wel een goed/fout schaal op het draaispoelinstrument aangebracht, je kan hier in geval van twijfel natuurlijk gebruik van maken.
Wanneer je twijfelt aan de vraag of je het beste een vaste waarde kiest voor de anodestroom, of een vaste waarde kiest voor de negatieve roosterspanning dan geldt de volgende overweging:
De opgegeven steilheid voor een bepaald buistype wordt altijd gespecificeerd bij een bepaalde anodestroom. Zo is de steilheid van een EL84 gespecificeerd als 11,3 mA/Volt bij een anodestroom van 48 mA. Wanneer de buis slijt, en de emissiewaarde dus afneemt, zal de anodestroom in de praktijk ook afnemen. Wanneer je zo'n buis gaat testen bij een vaste anodestroom van 48 mA dan zal de steilheid niet of nauwelijks zijn afgenomen. Wanneer je deze buis echter test bij een vaste negatieve roosterspanning (in dit geval -7,3 volt) dan zal je zien dat de anodestroom minder is dan 48 mA waardoor de gemeten steilheid ook zal zijn afgenomen.
Wanneer je de AVO tester dus wilt gebruiken om de slijtage van de kathode te meten kan je dus het beste de negatieve roosterspanning vast instellen. Eventuele slijtage is dan immers het duidelijkst zichtbaar, de AVO tester gedraagt zich in dat geval min of meer zoals een emissietester.
Wanneer je de AVO tester daarentegen wilt gebruiken om zo nauwkeurig mogelijk de steilheid te meten van een buis bij een bepaalde anodestroom dan is het beste om de anodestroom vast in te stellen.
Wil je de AVO tester gebruiken om de buiscurves te bepalen dan maakt het weinig uit.
Berichten in deze thread: