Bram,
De spanning op de AVR lijn moet op de AM banden sterker variëren dan jij hebt gemeten: nul of enkele volt negatief bij geen zender tot min 20-40 bij een sterke zender. (afhankelijk van de gebruikte buizen, zie datasheets). Bij deze schakeling met de EBF89 zou je ruwweg -1 bij niks tot -20 bij sterke zender verwachten. Dit is vast niet precies, maar een richtlijn. Je moet de AVR spanning meten op het knooppunt R18-R19-C55-R15. Achter R15 belast je de AVR lijn teveel zelfs met een DVM.
Wat je zegt over het onderbreken van de AVR tijdens het trimmen is in principe waar, maar de onnauwkeurigheid van het regelcircuit is groot genoeg om een duidelijke uitlezing te krijgen.
Je kunt dus ook trimmen met de AVR er nog in.

Als je de AVR lijn wilt onderbreken: Zet met behulp van meetsnoertjes en krokodilleklemmen de negatieve pool van een batterij van 4,5-9V via een weerstand van 10 K op het knooppunt R15/C39 (+ aan massa). Je hebt dan de AVR niet onderbroken maar vastgeklemd en hoeft niet te solderen zodat de kans op schade kleiner is. Door de opgedrukte "regel"spanning is de versterking niet maximaal, zodat je je generator niet zo heel laag hoeft in te stellen.

--
Vriendelijke groeten,
Onno

Afregelen van bandfilters en preselectie kringen kan heel goed zonder de AVR buiten werking te stellen. Het loskoppelen van het AVR circuit is in principe overbodig; als je het beslist wilt kun je deze spanning kortsluiten op aarde (in je voorbeeld: C39). Dan moet je spanning van de signaal detector meten. Er bestaan ook toestellen waar voor AVR en geluid afzonderlijke detectors zijn.
De spanning die je aantreft is gewoonlijk zònder signaal omstreeks -2 volt en kan in bepaalde toestellen, bij sterke signalen oplopen tot -33 volt en meer. Een eventueel afstemoog wordt bij voorkeur niet aan het AVR circuit gekoppeld, maar via een laag-doorlaat filter direkt aan de detector. Dat heeft te maken met geavanceerde toestellen waar "uitgestelde AVR" in toegepast wordt. Dan moet het signaal sterker zijn dan een bepaald minimum. Anders zouden ook zeer zwakke signalen niet optimaal versterkt worden.
Nico

Met zo weinig variatie tussen wel en geen ontvangst denk ik in eerste instantie aan een defecte (= lekke) ontkoppelcondensator C39.
Een sterke toename van de hoogohmige weerstanden in het AVR circuit is ook een veel voorkomend euvel.

Bij het afregelen moet het meetzendersignaal bij voorkeur zo laag mogelijk zijn om te voorkomen dat de AVR in werking treedt.
Als C39 is kortgesloten weet je zeker dat de AVR niet werkt en kan het meetzendersignaal hoger zijn.

Afregelen hoeft niet per se door de detectorspanning te meten, je kan met name bij AM ook het laagfrequentuitgangsniveau meten.

Bedankt voor alle info dit heeft weer voldoende stof tot nadenken gegeven.