De anodespannig van een triode is 250V en vast. Het rooster leggen we aan een regelbare spanning van -30V. De anodestroom is op dit ogenblik 0 mA. Naargelang we het rooster minder negatief maken gaat er op zeker moment een anodestroom vloeien. Dit kan uitgezet worden in een Ia / Vg karakteristiek. Indien we de anodespanning verhogen / verlagen verschuift de karakteristiek respectievelijk naar links / rechts.
Hetzelfde scenario nu maar met een anodeweerstand. Van zodra er anodestroom begint te lopen krijgen we een spanningsval over de weerstand met als gevolg een spanningsdaling op de anode. Klopt de de Ia / Vg karakteristiek dan nog?
Op veel schema's zie je ook dat anode weerstanden van meerdere buizen hun spanning krijgen via een spanningsdeler. Zodra de buizen in de betreffende schakeling beginnen stroom te trekken veranderen toch ook de spanningen op de knooppunten van de spanningsdeler?
Als die spanningen veranderen krijgen we toch ook een andere Ia / Vg karakteristiek?
Wie kan er een en ander verduidelijken.
Mvg,
Luc
Anodespanning
door soundman2 , Wouw, 15.07.2013, 17:31 (4151 dagen geleden) @ Luc
De anodespannig van een triode is 250V en vast. Het rooster leggen we aan een regelbare spanning van -30V. De anodestroom is op dit ogenblik 0 mA. Naargelang we het rooster minder negatief maken gaat er op zeker moment een anodestroom vloeien. Dit kan uitgezet worden in een Ia / Vg karakteristiek. Indien we de anodespanning verhogen / verlagen verschuift de karakteristiek respectievelijk naar links / rechts.
Hetzelfde scenario nu maar met een anodeweerstand. Van zodra er anodestroom begint te lopen krijgen we een spanningsval over de weerstand met als gevolg een spanningsdaling op de anode. Klopt de de Ia / Vg karakteristiek dan nog?
Op veel schema's zie je ook dat anode weerstanden van meerdere buizen hun spanning krijgen via een spanningsdeler. Zodra de buizen in de betreffende schakeling beginnen stroom te trekken veranderen toch ook de spanningen op de knooppunten van de spanningsdeler?
Als die spanningen veranderen krijgen we toch ook een andere Ia / Vg karakteristiek?Wie kan er een en ander verduidelijken.
Mvg,
Luc
De stroom door dergelijke spanningsdelers is doorgaans substantieel groter als de anodestromen, zodat de variatie niet al te groot is. Bij (balans-)eindversterkers worden de schermspanningen soms gestabiliseerd met stabilisatorbuizen.
Soundman2
Anodespanning
door kris , Gent België, 15.07.2013, 20:46 (4151 dagen geleden) @ Luc
Beste Luc,
De Ia/Vg karakteristiek met en vaste anodespanning gebruik je om de steilheid vd buis te achterhalen en een werkpunt te bepalen. Eens dat gebeurd is, is deze niet meer van belang maar, inderdaad, door toevoeging van de belastingweerstand blijf je niet op die statische curve. (je doorloopt een waaier van curves met een andere anodespanning) In faze twee , waarin je de versterking wil achterhalen ga je over op een dynamische curve die wel rekening houdt met de weerstand in kwestie. (veel korter kan ik het niet uitleggen )
groeten
Kris
Anodespanning
door Piet Kralt , Rotterdam, 15.07.2013, 22:18 (4151 dagen geleden) @ Luc
De anodespannig van een triode is 250V en vast. Het rooster leggen we aan een regelbare spanning van -30V. De anodestroom is op dit ogenblik 0 mA. Naargelang we het rooster minder negatief maken gaat er op zeker moment een anodestroom vloeien. Dit kan uitgezet worden in een Ia / Vg karakteristiek. Indien we de anodespanning verhogen / verlagen verschuift de karakteristiek respectievelijk naar links / rechts.
Dit is de manier om de statische karakteristieken van een buis te bepalen. Een versterker zul je op deze manier niet maken.
Hetzelfde scenario nu maar met een anodeweerstand. Van zodra er anodestroom begint te lopen krijgen we een spanningsval over de weerstand met als gevolg een spanningsdaling op de anode. Klopt de de Ia / Vg karakteristiek dan nog?
Nou en of. Alleen veranderen nu anodespanning èn anodestroom. Als je de roosterspanning constant houdt, fiets je over één van de Vg lijnen in de Ia/Va karakteristiek op en neer. In de Ia/Vg karakteristieken schuif je op en neer tussen de verschillende de Va lijnen.
Op veel schema's zie je ook dat anode weerstanden van meerdere buizen hun spanning krijgen via een spanningsdeler. Zodra de buizen in de betreffende schakeling beginnen stroom te trekken veranderen toch ook de spanningen op de knooppunten van de spanningsdeler?
Zeker. Maar één en ander wordt zo uitgeknobbeld dat de verschillende instellingen goed staan als de zaak eenmaal op temperatuur is. Voor de signaalspanningen is de deler ontkoppeld met een condensator. In het laagfrequent deel is dat meestal een elco.
Als die spanningen veranderen krijgen we toch ook een andere Ia / Vg karakteristiek?
Eh.. Nee. Je schuift alleen binnen de karakteristieken op en neer en heen en weer. Je kunt wel zogenaamde dynamische karakteristieken maken maar die gelden alleen voor een bepaalde schakeling. We gebruiken de "gewone" of statische karakteristieken vooral om de instelling van een buis te bepalen. Hoe een buis zich in als versterker in een bepaalde schakeling gedraagt, is een ander hoofdstuk.
Wie kan er een en ander verduidelijken.
Kan ik allicht proberen.
Mvg,
Luc
Pieter Kralt
Anodespanning
door Ouwe Schipper , Sassenheim, 16.07.2013, 08:39 (4151 dagen geleden) @ Luc
De meting waar je mee begon levert de "statische" karakteristieken op.
Zodra in serie met een triode een anodeweerstand wordt geschakeld krijg je de "dynamische" karakteristieken, afhankelijk van hoe groot die anodeweerstand is. Op dat moment kun je 't beste gaan werken met het "vervangschema" waarin je een spanningsbron, de Ri van de buis en de Ra in serie met elkaar schakelt. De waarde van die spanningsbron is de ingangs wisselspanning vermenigvuldigd met de statische versterkingsfactor van de buis. De uitgangsspanning wordt dan gedeeld in een spanningsdeler Ra : (Ra + Ri)
Dit verhaal gaat natuurlijk uitsluitend op voor wisselspanning; als de Ra erg hoog gekozen wordt houd je zo goed als géén anodespanning over zodat de buis niet goed meer werkt
Nico
Anodespanning
door Pieter Vos , 16.07.2013, 10:21 (4151 dagen geleden) @ Luc
De anodespannig van een triode is 250V en vast. Het rooster leggen we aan een regelbare spanning van -30V. De anodestroom is op dit ogenblik 0 mA. Naargelang we het rooster minder negatief maken gaat er op zeker moment een anodestroom vloeien. Dit kan uitgezet worden in een Ia / Vg karakteristiek. Indien we de anodespanning verhogen / verlagen verschuift de karakteristiek respectievelijk naar links / rechts.
Hetzelfde scenario nu maar met een anodeweerstand. Van zodra er anodestroom begint te lopen krijgen we een spanningsval over de weerstand met als gevolg een spanningsdaling op de anode. Klopt de de Ia / Vg karakteristiek dan nog?
Op veel schema's zie je ook dat anode weerstanden van meerdere buizen hun spanning krijgen via een spanningsdeler. Zodra de buizen in de betreffende schakeling beginnen stroom te trekken veranderen toch ook de spanningen op de knooppunten van de spanningsdeler?
Als die spanningen veranderen krijgen we toch ook een andere Ia / Vg karakteristiek?Wie kan er een en ander verduidelijken.
Mvg,
Luc
Wellicht wordt het duidelijk aan de hand van het voorbeeld met de karakteristieken van een ECC83 triode, zie figuur. Bij andere buizen/halfgeleiders werkt het hetzelfde. Hoewel de karakteristieken van penthodes/fets/transistors zien er anders uit.
Stel je werkt met 250 volt en je wilt een anode weerstand van 50.000 ohm gebruiken. Dan trek je in het Ia-Va diagram een lijn van het punt 250V/0mA naar het punt 0V/5mA. Dit is de statische belastingslijn. De anode spanning zal zich langs deze lijn bewegen afhankelijk van de roosterspanning. Bijvoorbeeld bij Vg = - 1 Volt, dan zal de anodespanning ca. 165 volt worden. Immers de lijn Vg= -1V snijdt de belasingslijn in het punt Va=ca. 165 volt, Ia=ca.1,6 mA.
Kiezen instelling Vg. Opdat je een maximale wisselspanning wilt kunnen toevoeren aan het rooster, zonder dat je roosterspanning positief wordt en ook dat de anodespanning nog behoorlijk lineair met de roosterspanning zal variëren (zonder de triode af te knijpen), moet je een geschikte voor-instelling kiezen van je roosterspanning. Met de belasting lijn in de karakteristieken ingetekend, lijkt Vg=-1,25 volt een geschikte voor-instelling. De maximale toegevoerde wisselspanning kan dan 2,5V top-top zijn.
Dynamische belastingslijn. Natuurlijk wil je de schakeling ook belasten, bijvoorbeeld door een eindbuis aan te sturen via een condensator. Als we de impedantie van de condensator nun verwaarlozen (frequentie versterkte wisselspanning hoog genoeg) dan 'ziet' de anode van de triode voor wisselstroom in plaats van enkel de weerstand van 50kohm daarnaast ook een daaraan parallel geschakelde roosterweerstand van de volgende buis. Stel die weerstand is 500.000 ohm. De AC wisselstroom weerstand in de anode van de triode is nu 50//500 kohm = ca. 45 kohm. Deze dynamische belastingsweerstand kun je ook tekenen in de figuur van de Va-Ia triode karakteristieken. Je tekent die nu door het punt waar de 50kohm lijn de Vg=-1,25 V lijn snijdt.
De helling van de dynamische 45kohm belasting is iets groter dan die van de 50 kohm statische belasting. Aangestuurd met een kleine wisselspanning op het rooster van de triode zal de anode hiervan met aansluiting van de belastende volgende buis, de dynamische belastingslijn gaan volgen.
Helaas heb ik niet de goede software om de statische en dynamische belastingslijnen softwarematig in te tekenen. Dus doe ik dat met de hand en scan de figuur nogmaals in:
IK hoop dat hiermee een en ander verduidelijkt heb.
mvg, Pieter.
Anodespanning
door Clement, 31.07.2013, 00:03 (4136 dagen geleden) @ Luc
Hallo Luc
De anodeweerstand zit er enkel en alleen voor de wisselstroomkring.
Hij heet dan de zgn belastingsweerstand. In een wisselstroomkring vormt de batterij of voeding eigenlijk een kortsluiting voor wisselstroom zodat de kant van de positieve pool voor wisselstroom aan de massa ligt. Bij verhogende emissie (stroom) ontstaat over deze anodeweerstand een versterkte wisselspanning, die kan worden belast door de volgende versterkertrap.