k32gwb Siemens (Techniek Radio/TV)

door Ed van der Weele † , Zeist, 24.08.2008, 18:56 (5933 dagen geleden) @ dengerink
Bewerkt door Forumbeheer, 24.08.2008, 20:03

Eerst even een opmerking.
Het is niet handig om voor elk bericht een nieuwe draad te openen, daardoor raken alle lezers het overzicht kwijt op wat al eerder is geschreven.
Als je een aanvulling op een eerder bericht wil posten doe je dat door op Reageer op dit bericht te klikken.

Inderdaad. Ik heb e.e.a. intussen weer aan elkaar gelijmd.
Ben Koehorst, Forumbeheer

Mijn duitse radio deze middag eens goed doorgemeten.
Alle D buizen eruitgehaald,behalve de UY11

Dat is prima.

Spanning erop ,toch worden de weerstanden die in het gloeidraad cicuit zitten dan nog erg heet,ik verdenk de afvlak elco,s hiervan,of redeneer ik nu niet juist.

Voor de volledigheid: in een ander bericht vulde je deze informatie aan met de nummers van deze condensator en elco's, 56, 64 en 63.

Als we naar het schema van het gloeistroomcircuit kijken

dan loopt de stroom van PLUS naar MIN in de richting van de rode pijlen.
C56 is de ratelcondensator (deze heb ik later toegevoegd en helaas verkeerd getekend), die zit niet in het gloeistroomcircuit. Deze kan er dus niet voor zorgen dat de weerstanden R90, R89 en R88 warm worden.

C64 is de eerste afvlak elco, deze zit ook vóór de gloeistroomweerstanden. Kan dus ook geen invloed hebben op het overmatig warm worden van de weerstanden.

C63 is de tweede afvlak elco. Deze zit alleen na het eerste segment van weerstand R90. Een defect in deze elco kan er dus alleen voor zorgen dat het eerste segment van R90 (dat heb ik R90a genoemd) te heet wordt.

Elco C62 zit na de beide segmenten van R90 en kan bij een defect er voor zorgen dat de hele weerstand R90 te heet wordt.

Elco C61 zit bijna aan het eind van de keten weerstanden. Alleen weerstand R88b wordt niet beïnvloed door een defect in deze elco. Als C61 defect zou zijn moet het laatste segment van R88 (R88b) koeler blijven dan de rest van de weerstanden.

Het probleem met dit schema is dat geen waarden zijn gegeven bij de weerstanden. Het is dus lastig om vast te stellen hoe hoog de stroom behoort te zijn door de weerstanden.
Het enige houvast dat we hebben zijn de gloeispanningen van de buizen.
Met een voltmeter kan je meten wat de gelijkspanning (DC) is over alle secties van de weerstanden.
Van een aantal weerstanden is het duidelijk wat ~ongeveer~ de spanningsval moet zijn:
R88a = ongeveer 1,2 Volt
R89c = ongeveer 1,2 Volt
R89a = ongeveer 1,2 Volt
Aanvulling:
R88b = ongeveer 1,2 Volt

Verder is het normaal dat dit soort weerstand meer dan handwarm worden. In de weerstanden moet immers de gelijkgerichte wisselspanning van het elektriciteitsnet worden "opgestookt".

maar hoe kom je aan elco,s met chassis moer bevestiging van 16 en 32 uf 350 volt

Deze elco's zijn op een heel enkele plaats nog wel te koop, maar niet in dezelfde vorm en afmetingen als de originele. Een vervanger kan zijn een zogenaamde axiale elco (een bus met aan weerszijden een draad) die je onder het chassis monteert en de defecte oude elco laat zitten voor het "gezicht".
Een andere oplossing is om de bus van de defecte elco leeg te maken en van een nieuwe inhoud te voorzien. Hoe een aantal andere hobbyisten dit hebben opgelost kan je nalezen in Tips&Trucs.

ook de 5000 PF condensator is lek (teer)

De ratelcondensator moet je gewoon vervangen door een nieuw condensator van 4700 pF (= 4,7 nF) 600 Volt. Deze zijn in elektronicaonderdelenwinkels nog wel te koop.

Meet eerst de verschillende spanningen over alle weerstandssecties, daarna kijken we weer verder.