Starttijd referentiebuisjes gemeten; raar resultaat (Techniek Radio/TV)
Hallo allemaal,
Om erachter te komen wat voor onsteektijd oude referentiebuisjes kunnen hebben, heb ik de vier 85A2's die ik laatst op de NVHR-beurs gekocht heb zelf maar eens doorgemeten. De resultaten voor de Pope-buis zijn heel vreemd.
Ik heb een soort knipperlicht gemaakt: de 85A2 wordt aangesloten op een spanningsdeler die een ongestabiliseerde voeding van 340 V afdeelt naar 170 V, ruim boven de maximale ontsteekspanning van een 85A2. Die spanningsdeler wordt steeds 5 seconden kortgesloten en 5 seconden niet kortgesloten. Met een oscilloscoop kijk ik dan hoe lang de spanning 170 V is.
Ik heb de metingen uitgevoerd in het pikkedonker, het enige licht was dat van de oscilloscoop en dat van de 85A2. (Volgens mijn partner ben ik knettergek dat ik in mijn vrije tijd in het donker naar een oranje knipperlicht en een groen scherm zit te staren, waarschijnlijk heeft ze daar wel gelijk in.) Ik heb het doosje waar de buis in verpakt zat omgekeerd op de 85A2 gezet om het licht nog verder te beperken. De Philips en de Haltron heb ik ook zonder doosje gemeten, met het licht aan en met een LED-zaklamp van korte afstand op de buis gericht.
De resultaten (voor de overzichtelijkheid allemaal uitgedrukt in milliseconden):
Philips 85A2 in het donker:
0,4 ms; 4,25 ms; 2,1 ms; 2 ms; 0,65 ms; 1,4 ms; 1,5 ms; 1,2 ms; 3,7 ms; 1,3 ms; 2,3 ms; 2,2 ms; 0,3 ms; 3,4 ms; 4,5 ms; 0,9 ms; 0,35 ms; 0,3 ms; 3,1 ms; 1,2 ms; 1,7 ms; 0,4 ms; 2,3 ms; 0,45 ms; 0,2 ms; 0,45 ms; 0,1 ms; 1,3 ms; 0,1 ms; 0,3 ms; 1,8 ms; 0,3 ms; 1,3 ms; 1,8 ms; 0,2 ms; 0,3 ms; 2,7 ms
Philips 85A2 + zaklantaarn:
0,6 ms; 0,2 ms; 1,7 ms; 1,7ms; 0,15 ms; 0,1 ms; 0,7 ms; 0,25 ms; 0,7 ms; 1,15 ms; 1,8 ms; 0,7 ms; 1 ms; 0,2 ms; 0,3 ms; 0,1 ms; 0,45 ms; 0,5 ms; 1 ms; 0,55 ms; 0,5 ms; 0,3 ms; 0,05 ms; 2,3 ms; 0,3 ms; 1,2 ms; 1,1 ms; 0,1 ms; 0,05 ms; 0,2 ms; 0,7 ms
NEC 85A2 in het donker:
0,03 ms; 0,02 ms; 0,025 ms; 0,025 ms; 0,03 ms; 0,02 ms; 0,024 ms; 0,02 ms; 0,022 ms; 0,023 ms; 0,032 ms; 0,032 ms; 0,026 ms; 0,028 ms; 0,032 ms; 0,028 ms; 0,03 ms; 0,026 ms; 0,02 ms; 0,022 ms; 0,026 ms; 0,024 ms; 0,028 ms; 0,026 ms
Haltron 85A2 in het donker
3100 ms; 1600 ms; 3000 ms; 600 ms; 1100 ms; 400 ms; 900 ms; 3600 ms; 2700 ms; 1100 ms; 3700 ms; 3000 ms; 1300 ms; 1800 ms; 1400 ms; 1200 ms; 400 ms; 700 ms; 1200 ms; 3300 ms; 2200 ms; 1300 ms; 600 ms; 600 ms; 900 ms; 1400 ms
Haltron 85A2 + zaklantaarn:
50 ms; 1300 ms; 700 ms; 2700 ms; 200 ms; 300 ms; 250 ms; 700 ms; 900 ms; 1050 ms; 1800 ms; 2100 ms; 200 ms; 600 ms; 400 ms; 400 ms; 200 ms; 100 ms; 1300 ms; 800 ms
Pope 85A2 in het donker:
1,5 ms; >4,5 ms; 0,2 ms; 0,4 ms; 0,6 ms; 0,7 ms; 0,4 ms; 0,7 ms; 0,5 ms; 0,4 ms; 0,4 ms; 0,3 ms; 0,4 ms; 0,2 ms; 0,4 ms; 0,2 ms; 0,3 ms; 0,4 ms; 0,6 ms; 0,2 ms; 0,3 ms; 0,4 ms; 0,6 ms; 0,3 ms; 0,5 ms; 0,4 ms; 0,45 ms; 0,2 ms; 0,7 ms; 0,4 ms; 0,3 ms; 0,3 ms; 0,8 ms; 0,2 ms; 0,25 ms; 0,5 ms; 0,35 ms; 0,3 ms; 0,3 ms; 0,3 ms; 0,35 ms; 0,95 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,05 ms; 0,045 ms; 0,03 ms; 0,03 ms; 0,08 ms; 0,03 ms; 0,03 ms; 0,05 ms; 0,02 ms; 0,08 ms; 0,05 ms; 0,025 ms; 0,02 ms; 0,03 ms; 0,08 ms; 0,03 ms
(De serie van 12 keer 0,05 ms is gemeten met 0,5 ms/hokje, zodat ik tijden korter dan 0,05 ms niet van elkaar kon onderscheiden. Na 12 keer hetzelfde gemeten te hebben, ben ik naar 50 us/hok gegaan.)
Dat ik elke keer een ander getal meet is logisch, want het geïoniseerd raken van het gas is een toevalsproces. Dat er forse verschillen tussen de verschillende merken zijn is niet vreemd, dat kan te maken hebben met het al dan niet gebruiken van radioactief materiaal. Dat het effect van de zaklantaarn niet spectaculair is, is ook niet gek; volgens het boek van G. F. Weston heb je bij een molybdenen kathode ultraviolet licht nodig, en dat komt niet door het glas heen. Als licht toch enig effect heeft, betekent dat waarschijnlijk dat er wat natrium in het glas zit.
Waar ik alleen niets van snap, is dat de Pope-buis tijdens de proef steeds sneller leek te worden. Een temperatuureffect misschien? Of zou het misschien te maken hebben met verontreiniging die zich door de jaren heen op de kathode heeft opgebouwd en er weer afgesputterd wordt als je 'm laat branden? Weet iemand wat beters te verzinnen?
Met vriendelijke groeten,
Marcel