Zo moeilijk is het niet.
Een radio ontvangt radiozenders op verschillende frequenties maar zet die zo snel mogelijk om naar 1 frequentie, de Middenfrequent. Eigenlijk zijn het 2 ontvangers, voor FM en voor de AM banden (MG, LG en KG). Dus zijn er 2 middenfrequenten.
Die MF wordt versterkt en gefilterd, daarna wordt in de detector het geluid er uit gehaald en vervolgens in de geluidsverterker versterkt en naar de luidspreker gevoerd.

Je kan dus de radio uiteen halen in delen die elk een taak hebben. Daar staat vaak een specifieke buis voor.
Het blokschema komt bijna overeen met de buizenbezetting

1) FM tuner (= frequentieomzetter naar de middenfrequent) ECC 85
2) AM tuner ECH 81 . Bij Fm ontvangst is deze buis de eerste FM MF versterker.
3) MF versterker FM, de ECH 81 dus, gevolgd door EF 89 en EF 85
3a) MF versterker AM, de EF 89.
4) Detector, de EABC 80, zowel voor FM als AM
5) Geluidsversterker EABC 80 (buis heeft dus meerdere functies) en EL 84 en EL 86. De laatse 2 is de zogenaamde eindverterker die het vermogen levert voor de luidspreker.

Als je dit blokschema kent kom je een heel eind.
Bvb radio doet het niet op AM, het heeft geen zin om te zoeken bij de EF 85 want die doet alleen mee met FM, enz.

We werken van achter naar voren.
Dus 1) werkt de geluidsversterker, zet de radio op PU en steek je vinger in de PU ingang, je moet nu een brom horen, pas op, niet te hard zetten.
Dan gaan we de AM op MG controleren
daarna naar de FM.

Sommige buizen zijn gemeenschappelijk voor FM en AM bvb de EF 89 en de ECH 81. Daar kijk je naar als er geen FM en geen AM is, enz enz enz.

Voor het echt meetwerk zijn hulpmiddlelen en gedetailleerde kennis nodig, maar met de basis en zonder meetintrumenten kom je vaak al een heel eind.