De notatie 20AX53 lijkt vagelijk op de manier waarop Philips de ontwikkelignstypes van gewone buizen noteerde, maar voor beeldbuizen kan dat best subtiel anders zijn geweest en dan kan het wel kloppen. Op die hypothese is onderstaande gebaseerd.

Mogelijk gaat het dan om de 20ste variant op het thema, waarbij AX53 de algemene buisomschrijving is (een 53cm kleurenbuis).

Voetnoot over ontwikkelingsnummers (een flinke opsomming die ik regelmatig aanvul als er gegevens binnendruppelen kun je vinden op circuitsonline): Er werd uitgegaan van de letters behorende bij de buisconfiguratie, dus bijvoorbeeld PL. Daar werd dan een volgnummer voorgeplaatst, optioneel met een V of een N die kennelijk naar de ontwikkelafdeling kon verwijzen). Zo ben ik in het bezit van ontwikkelingstype N31PL uit 1968, dat in Heerlen kennelijk als PL509 in productie is gegaan. Volgens die logica zou je bij een beeldbuis dus volgnummer+AX krijgen, maar als je AX53 beschouwt als de "stam" dan krijg je dus zoals hier volgnummer+AX53, met als later productietype dus iets als AX53-11 of welk ander typenummer er bij Pro Electron als eerste vrij was op het moment van aanvragen. Aanvragen van een definitief typenummer kostte geld en werd vanzelfspreken alleen gedaan als de ontwikkelingsbuis klaar was voor serieproductie, en dat kon best tientallen nummers kosten.