EBL1 (Algemeen)
Hallo,
Heb een niewe buis waarvan de sokkel af is(schassis is omgevallen)Er steken 8 draden uit,de gloeidraden is geen probleem maar waar komen de andere, wie heeft een middel om bvb de anode en rooster enz te herkennen,schema van de buis heb ik uit het lampenboek.Ben beniewd.
Groeten Gilbert
Om gemakkelijker te volgen heb ik er maar eerst een schematische afbeelding van het electrodensysteem bij gezet...
Zoals de afbeelding aan geeft, telt het volledige systeem in totaal 8 aansluitingen, waarvan één via de topklem naar buiten komt. Wanneer de kathode en het remrooster (g3)inwendig al door verbonden zijn, zouden er dus 7 draden onderaan uit de kneep dienen te komen. Je spreekt van 8 draden, dus ik ga er van uit dat de kathode en g3 elks een eigen draad hebben, die samen aan pen 4 in de sokkel zitten.
Om het zaakje te klaren heb je twee voedingen(spanning regelbaar van nul tot pakweg 20 a 30 volt, stroom en spanning afleesbaar)nodig, plus enkele weerstanden van pakweg 10 Kohm en enkele van 1 Kohm. Verder een trafootje of dergelijke die de gloeispanning kan leveren.
De 2 voedingen worden in serie gezet, zodanig dat je een negatieve en een positieve spanning, beide regelbaar hebt (gezien ten opzichte van de "middenklem", zijnde de doorverbinding waarmee beide voedingen in serie staan.
Het stuurrooster (g1) weet je al zeker, want die zit aan de topklem.
De 2 aansluitingen van de gloeidraad dienen als eerste worden uitgevist, om van gloeispanning te worden voorzien.
Dan is het zaak om de kathode aansluiting te achterhalen. Hiervoor sluit je de topklem (g1) met een 10 k weerstand in serie op de positieve voeding aan. de spanning dient slechts enkele volts te zijn. De "middenklem" verbind je proefondervindelijk met telkens één van de nog onbekende aansluitingen.
Bij slechts één van de draden zal er stroom via g1 lopen; dan heb je de kathode beet!
Wanneer de kathode bekend is, laat je deze aansluiting definitief op de "middenklem" zitten en verbind je g1 (topklem) met de negatieve voeding.
Volgende stap zijn de 2 detectie diode's(d1 en d2). Hiervoor stel je de negatieve spanning voor g1 op maximum. De positieve voeding verbind je via een 10 k weerstand proefgewijs met elke draad. Enkel de 2 draden van de diode's zullen een stroom aangeven; waarmee deze ook opgevist zijn.
Na merken van deze draden, hou je dan nog het schermrooster g2, de anode en eventueel het remrooster g3 als uit te zoeken over.
Al deze overblijvende draden verbind je aan de middenklem en je stelt g1 in op een kleine negatieve spanning (ong. - 1 volt)
Van de nog onbekende draden neem je nu telkens één draad los, die je via 1k ohm met de positieve voeding (ingesteld op circa 20 volt) verbind; tot je die draad hebt die stroom aanwijst op je positieve voeding. Deze aansluiting is het schermrooster (g2).
Vervang nu de 1 k weerstand door een exemplaar van 10 k en laat de schermrooster aansluiting verder verbonden met de pos voeding.
Wanneer er nu nog slechts één draad over is (die samen met de kathode draad aan de middenklem zit, dus met zeven draden uit de kneep), is het duidelijk dat dit de anode aansluiting moet zijn. verbinden van deze laatste draad via de 1k weerstand met de positieve voeding moet een flinke stroomtoename laten zien.
Zijn het er echter twee(met acht draden uit de kneep), dan is het nu zaak om remrooster en anode te vinden.
Test beide draden apart via de 1 k weerstand naar de pos voeding; deze met een duidelijke stroomtoename is dan de anode aansluiting en de andere de remrooster (g3) aansluiting.
Nu zijn alle draden bekend en kan je gaan werken aan het terug solderen van de verbindingen in de voet. Succes!
Eleen
Berichten in deze thread: