afleiding/sluiting tussen gloeidraad en kathode
succes

--
“Brandt dit licht, dan koppen dicht”.
Hanso H. Schotanus á Steringa Idzerda

Sommen maken:
Voltage buizen optellen => 100,2V

De buis data bekijken en alle serie buizen, gegeven gloeispanning =300mA
DUS in de kring loopt 300mA.

P=220V x 0,3A =66Watt
Een lamp van 40W in serie zal dus altijd vol branden.

Bekijk de stroom van de 4 19V lampjes, tel die op en je weet de
stroom door 260 ohm weerstand.
immers die is 300mA PLUS de stroom 4x19V
Dan stroom door overige weerstand (340-260=80 Ohm) is de 300mA
Over de 80 Ohm staat dan 80x0,3 = 24V
220V - 24V -100,2V = 95,8V
Er staat dus 95,8V over de 260 ohm weerstand.
I (R260)= 95,8V/260 Ohm =0,368 A
We wisten al de 300mA
DUS I lampen is 68mA
Oh ja?
U(R315) = 0,068 x 315 = 21,4V
4x19V +21,4V+95,8V = 193,2V => zal komen door je fout gemeten of verlopen weerstanden deze rekening.
Immers de boel opgeteld beide kringen moet 220V opleveren.
Maar idee klopt.

indien het is 260+340 Ohm dan zou daar met een stroom 300mA al 180V over staan.
Dan hou ik maar 40V over voor de buizen => kan niet.
Vraag: Wat is de stroom of wattage die 19V lampjes?

DAN : KOUDE GLOEIDRAAD WEERSTAND METEN heeft geen zin in het doorberekenen
van spanningen en stromen.

Immers met gegeven 300mA en de 6,3V gloeispanning komt men nooit uit op 3,9 Ohm.
Ga bedenken hoe een gloeilamp werkt in de zin van de weerstand.

Indien je de truuk met de serie gloeilamp wilt toepassen bedenk je eerst
HOE werkt die truuk.
Waarom gloeit een buis op en waarom soms niet.
Hoe verhoud zich dat door de stroom door die weerstand.

De HINT geef je zelf al in jouw getekende schema en de weerstandswaarde gemeten als er GEEN stroom loopt.