220 volt voeding met een 90 volt stabilisator.
De stabilisatorlamp is een lamp met een bepaald gas (Bijv. neongas). Dat slaat door(ontsteekt bij de ontsteekspanning, waarna de lamp terugvalt op de brandspanning. De stroom die bij de brandspanning mag lopen is niet oneindig en moet derhalve begrensd worden. Normaal is dat een weerstand.
Uitgaande van een hogere spanning als de brandspanning, wordt de stabilisator aangesloten met een weerstand. Doordat er op het moment van inschakelen geen stroom loopt, zal de spanning na de weerstand zo hoog worden dat de lamp ontsteekt. Eenmaal ontstoken, staat over de lamp de gestabiliseerde spanning, in dit geval ca 90 volt.
De weerstand wordt zo gedimensioneerd, dat als er geen belasting is aangesloten, de stroom door de lamp gelijk is aan de maximaal toelaatbare stroom. Dat laatste houdt ook in dat je in principe niet meer stroom moet opnemen, ander zakt de spanning over de lamp en die zal op zeker moment doven. Neem je de belasting weg, dan zal de spanning over de lamp weer oplopen en ontsteekt hij opnieuw.
Let erop dat de ontsteekspanning fiks hoger kan zijn als de brandspanning. Aangesloten apparaten zullen dus tijdelijk een hogere spanning krijgen totdat de lamp brandt en de spanning stabiliseert.
Om hogerespanningen te sabiliseren, zijn er lampen of buizen met een hogere brandspanning, maar ook worden stabilisatorlampen wel in serie geschakeld, waarbij de brandspanningen bij elkaar opgeteld moeten worden.

Een bekend stabilisatorbuisje is de 85A2. De stroom erdoor mag maximaal 10 mA zijn en de minimale houdstroom is 1mA. De brandspanning ligt afhankelijk van de stroom ergens rond 85 volt.
De onsteekspanning is echter 125 volt.
Op de siete van Frank's tubepages is info en een schema te vinden over jouw lamp
http://www.mif.pg.gda.pl/homepages/frank/sheets/046/1/100E1.pdf