Beste Naamgenoot,

Even wat anders dan de radiohobby, want ik vroeg me al een poosje af waar de gemeente Tietjerksta-Overflakkee ergens in Nederland te vinden is. Op school was ik altijd goed in aardrijkskunde en topografie maar uw gemeente ben ik nog niet eerder tegengekomen.
Ik leer altijd graag dus ben ik heel erg benieuwd.....

--
Met vriendelijke radiogroet, Hans

In tegenstelling tot andere Philips analoge multimeters ontbreekt op deze schaal de aanduiding van de gewenste positie.
Dus geen omgekeerde ¨U¨ (horizontaal).omgekeerde ¨T¨(vertikaal)of een liggende ¨V¨(schuin).
Bovendien is de meter zowel horizontaal als verticaal voorzien van rubber voetjes.
Dus deze meter is waarschijnlijk voor beide posities bedoeld.
Ik heb ook meter met eveneens een afwijking in de twee standen.
Volgens de boeken (bijv. VEV handboek,deel 9 blz15) is het af te regelen,maar volgens mij valt er zo ook goed mee te leven.
Jard N.

beste Hans,

als ik het goed lees wijkt deze meter meer af dan een schaaldeel.

eerste stap van het Balanceren gaat als volgt.

meter plat leggen

controleren op juist 0 punt met schroefje.

Dan in een vrij te kiezen bereik de juiste spanning toevoegen dat die naar 100 (einde schaal) gaat.

Dan de meter recht zetten.

en nu een vraag : wijkt de meter voor 0 en einde schaal af naar buiten toe of naar
het centrum toe?

Als de naald naar buiten afwijkt zijn de vaantjes te licht. Vaantje B verzwaren voor de 0 en vaantje A voor einde schaal. (een heel klein tipje lak per keer,laten drogen en kijken hoeveel de afwijking is afgenomen door meter afwisselend plat en recht te zetten)

als bij het rechtop zetten de meter naar binnen afwijkt zijn de vaantjes te zwaar, of de naald te licht. beetje verf onderaan de naald aanbrengen tot het goed zit, of net iets teveel. dan de kleine verschillen weer met de vaantjes A/B uitbalanceren.

Beetje oud topic, maar toch omdat ik toevallig met een Philips 2503 bezig ben.
Meter eerst liggend op nul stellen. Mag ook half weg de schaal, dat is gemakkelijker. Maar zonder spanning staat de naald natuurlijk op nul.
De naald in een zuiver rechtop, of omlaag hangende positie stellen door de meter te kantelen.
Dat maakt dat de tegengewichten alleen zichzelf in balans moeten houden.
Wijkt de meter bij niet liggende positie af, dan verlicht of verzwaar je een van de armpjes met een beetje lak, een zeer dun stukje omgewonden metaaldraad, of een beetje soldeertin. *Metaaldraad (wrapdraad) werd vaak in wat zwaardere, meer professionele of industriële analoge meters gebruikt.
Als dat in balans is, het volgende.
De meter omkeren of 45 graden kantelen L/R en kijken of het nog steeds klopt.
Altijd denken aan een van de gewichten of de naald uit te sluiten, door een van hen loodrecht te houden. Hetzij omhoog of omlaag.
Dan nog halfweg en volledige schaal instellen met een spanning en kijken of de meter in alle standen hetzelfde aangeeft.
Is b.v. het linkergewicht te zwaar, zal de meter rechtop te laag aanwijzen en omgekeerd of ondersteboven teveel, tegenover een liggende positie.
Bij mij is de meter nu perfekt in balans.
Beide tegengewichten vormen een vectorbalans als je de naald uitsluit.
De naald staat niet altijd exact in lijn met die vector-balans.
Soms kun je bij een minimale afwijking de tegengewichten een beetje naar binnen of omhoog buigen, dat stelt het een haartje bij.
Waarbij natuurlijk geen van de armpjes tegen een stop mag aanlopen.