Zeldzaam en zonderling: de Cota Jævnstrøm 220 Volt (Techniek Radio/TV)
Hi guys
Afgelopen weekend weer terug van een onvergetelijke week op Rottumerplaat, waar we van 15 Km kustlijn vier bigbags rotzooi hebben verzameld, inclusief twee Little Pony’s die in januari 2019 door de MS Zoe zijn verloren en die toen bij tienduizenden ook over ons strand galoppeerden.
Bestellingen voor de Erres KY595 de deur uit gedaan en maandag naar het postkantoor voor een pakje uit Denemarken met het onderwerp van deze bijdrage: de Cota Jævnstrøm 220 Volt, waarmee ik de wachttijd dacht door te komen en die ik even met jullie wil delen.
De verkoper had hem geadverteerd als AC/DC-omzetter, zeg maar een plaatspanningsapparaat c.q. batterijenvervanger, getest en werkend. Ik vond dat al wat verdacht, er stond tenslotte geen trotse gelijkrichtbuis op zoals bijvoorbeeld bij de Philips 372 en ook was er geen buisvoet zichtbaar, zou die misschien binnen de kast zijn ondergebracht? Opengeschroefd, maar nee dus!
En dat had ik kunnen weten, want na wat zoekwerk op internet bleek dat Denemarken tot ongeveer 1945 een electriciteitsnet had met veel kleinere centrales die er 220 Volt gelijkspanning op zetten. Het is dus wel een plaatspanningsapparaat, maar dan specifiek voor de Deense markt. Dit apparaat ben ik nergens tegengekomen en zelfs radiomuseum.org heeft van de firma Cota maar twee summier gedocumenteerde radio's staan: kan ik eindelijk ook eens wat bijdragen aan die prachtige website!
Dat ik geen buis in de kast aantrof was niet de enige teleurstelling: intern is het een ravage! Getest en werken? Mon cul!
Van voor naar achter op de foto: 5 blokcondensatoren (zonder polariteitsaanduiding), twee gigantische porseleinen buizen met de resten van draadgewonden weerstanden erop, rechts een smoorspoel en op het front links en rechts twee condensatoren (3000 cm / 1000 Volt) die losstaan van de rest van de schakeling en twee potentiometers, links een B&O HØJOHMSMODSTAND zowaar heel, en rechts een draadgewonden 1000 Ω, ook stuk.
De netstekker (merk Nilfisk?!) was een ongepolariseerd exemplaar en dan gaan natuurlijk alle alarmbellen af, want een gelijkspanningsapparaat hoort geen ongepolariseerde stekker te hebben (wisselspanningsapparaten eigenlijk ook niet, maar dat is een ander verhaal).
Na de onderdelen een voor een getest te hebben blijken alleen de condensatoren op het front en de koolstofpotentiometer nog heel te zijn. De blokcondensators gedragen zich goed tot een volt of 30 maar daarna is het afgelopen en schiet de lekstroom omhoog, geen enkel draadgewonden onderdeel is nog heel en de smoorspoel is open.
Omdat ik geen documentatie kon vinden heb ik als oefening zelf een schema getekend, waarin de waarden zoals afgelezen van de onderdelen zelf, of gemeten: De koolstofpoederweerstand is regelbaar van ongeveer 16 kΩ geheel ingedraaid tot boven de 30 MΩ (mijn Fluke 77 gaat niet hoger, vandaar). Naar de waarde van de vermogensweerstanden kunnen we slechts raden.
Voor zover ik het begrijp zijn de beide kleine condensatoren - gemerkt A (Antenne) en J (Jord = aarde) - bedoeld om in de antenne- en de aardleiding te worden opgenomen om de netstroom binnen de radio te houden als een soort Y-condensatoren.
Als je kijkt naar het enige schema van een Cota-radio uit dezelfde periode die op radiomuseum.org staat, kom je daar toch wat aanwijzingen in tegen om de overige aansluitingen te duiden.
We zien een rechtuitontvanger met drie buizen: de A409 als detector, de B406 als LF-voorversterker en de RE134 als LF-eindversterker. De D (een positieve spanning) is kennelijk bedoeld als regelbare anodespanning voor de detectorbuis. De 90 Volt is voor de B406 en de 120 Volt voor de RE134. De G (Gitter = rooster) aansluiting is dan voor de stuurroosterspanning van de eindbuis.
Ik schat dat het apparaat zo tussen 1930 en 1935 is gemaakt.
Het apparaat lijkt mij functioneel reddeloos verloren en bovendien kan ik er geen toepassing voor bedenken (al heeft het manschappenverblijf op Rottumerplaat nog een noodstroomvoorziening van 110 Volt gelijkspanning, waarop een ijskast, de noodverlichting en de marifoon draait). Een restauratie lijkt me dus zinloos, maar het apparaat is schoon, zit weer in elkaar en ook dit was weer een leerzaam avontuur.
Misschien is er in Denemarken nog wel een museum met interesse. Dat zou een goed excuus zijn om volgend jaar weer eens daar naartoe op vakantie te gaan.
En nu weer door met de Erres, de onderdelen zijn in de loop van de week binnengedruppeld!
Goed weekend, vrgr, EJ
--
We hebben allemaal twee levens. Het tweede begint als we ons realiseren dat we er maar één hebben.