Als je kijkt naar de electroden in een combibuis die als mengbuis wordt gebruikt zie je dat het rooster van het triodedeel, de oscillator , inwendig doorverbonden is met een rooster in het penthodedeel, hierdoor ontstaat het mengproduct uit de penthode. Bij andere combi,s als b.v. eindbuizen bestaat deze verbinding dus niet.Er zijn ook combi,s die deze inwendige doorverbinding niet hebben en die moet je dus in het geval dat je ze als mengbuis gebruikt extern doorverbinden . Voorbeeld hiervan is b.v. de ECH21.

Waarom gebruikte men nooit voor de oscilator bv. een triode, en voor de mengbuis een aparte pentode ??

Er zijn wel degelijk toestellen gemaakt met een aparte triode als oscillator. Kijk bijvoorbeeld eens hier: GE S22V Dit toestel gebruikt een triode type 27 als oscillator, en een tetrode 35 als mengbuis. Technisch is er niets mis mee, maar het kost wel een extra buis.

Je kan ook een enkele tetrode (of pentode) gebruiken als gecombineerde oscillator - mengbuis, in oude Franse toestellen zie je dat vaak. Ze noemen dat daar een "bigrille" schakeling.

Met een enkele pentode gaat het ook, zie b.v. SBR 355U Hier wordt een pentode type 6C6 gebruikt als zelfoscillerende mengbuis.

Maar na de uitvinding van de 5-roosterbuis 2A7 (pentagrid converter) gebruikte men meestal zo'n 5- (of 6-)roosterbuis, dat werkt beter. In Europa gebruikte men later meestal een ECH combinatiebuis in plaats van de pentagrid, in de VS gebruikte men tot het laatst de 5-roosterbuis.

--
http://www.hupse.eu/radio

Hi Mon

Hier nog een voorbeeld uit het begin van de 30er jaren. Meng- en oscillatorbuis apart:

Groet, Wolfgang