Zero bias triodes zoals o.a. de 811 en ook de 807 ,
met het schermrooster en het stuurrooster aan elkaar geknoopt,
hebben bij een bepaalde anodespanning
geen negatief nodig om een bruikbare B2 of AB2 instelling
te hebben,met voldoende stuurvermogen kom je dan ook
tot de verzadigingsknik qua uitsturing,met het daarbij behorende rendement,
groeten,
Sieme

--
het experiment heeft altijd gelijk

Het gaat dus om relatief hoge vermogens.
De 811 werd o.a. toegepast in de modulatoren van de ART13 en
de 242F-2 van Collins beide high-power gemoduleerde
A.M.zenders met resp 250 en 400w d.c.anodeinput naar de eindtrap.
Wat betreft de vervorming, Collins stond (staat) bekend om
z'n voortreffelijke modulatiekwaliteit.
Sieme

--
het experiment heeft altijd gelijk

Hallo Eduard,

Er bestaan ook kleine buizen, die geen negatieve roosterspanning nodig hebben. Voorbeelden zijn KDD1 (2 watt uitgangsvermogen) en 6A6 (10 watt uitgangsvermogen). Dit zijn buizen voor klasse B2 (nagenoeg geen ruststroom, maar wel roosterstroom tijdens uitsturen). Beide buizen zijn dubbel-triodes. En ontwikkeld voor versterkers die weinig ruststroom mogen trekken, maar waarbij de vervorming zeker niet aan Hifi normen voldoet.

Piet

Weet iemand welk type buis de auteur bedoelt? Vind je die nog terug in oude radio's? Kent iemand een radio met zulke eindtrap? Mogelijk is de tekst eerder van toespassing op grote versterkers en niet op radio's.

Het gaat in deze tekst om triodes zoals de 6A6, deze zijn speciaal ontworpen voor gebruik in klasse-B versterkers. Buizen van het type 807 zijn geen triodes maar z.g. tetrodes.

De 6A6 werd relatief veel gebruikt in Amerikaanse radiotoestellen van allerlei merken (b.v. RCA). Maar ook door een aantal Europese merken (Sonora, Rexola en Fada). Zie ook http://www.hupse.eu/radio/tubes/6A6.htm

--
http://www.hupse.eu/radio

Bedankt iedereen voor de duidelijke uitleg.

Ik heb nooit zoiets geleerd op de schoolbanken. Zoals de auteur schrijft: in de jaren 60 al verouderd. Het forum heet terecht "over Oude Radio's"

Voor een 807 is roosterstroom niet vreemd. Die werd in zendereindtrappen gebruikt. Voor batterijontvangers is het gebruik van klasse B knap gevonden, stroomsparend.

Vriendelijke groeten,

Eduard

Eduard,

Roosterstroom triodes zijn voornamelijk te vinden in zenders ook zijn er audio versterkers mee gemaakt. Bekende types zijn 805, 809, 811, 812, 833, 100TH, en er zijn er nog veel meer.
Ook zijn er tetrodes waarbij G1 en G2 in de buis aan elkaar gemaakt zijn om zo een roosterstroom triode te krijgen voorbeelden hiervan zijn de 6AC5 en de U4AB.

In de tekst uit het jaren 60 boek “Gezien deze roosterstroom maar gedurende een gedeelte van de periode vloeit brengt dit vervorming mee.” Dit klopt maar met de juiste de stuurschakeling (lage uitgangsimpedantie) is deze vervorming zo klein te maken dat deze niet meer hoorbaar is.

Zowat 12 jaar geleden heb ik klasse AB2 buizen versterkers ontworpen en gebouwd met triode geschakelde PT15s, de eindbuis van de T1154 zender die o.a. in Lancaster bommenwerpers gebruikt zijn. Hierbij heb ik per PT15 (G2 en G3 aan de anode) een EL86 als kathodevolger gebruikt. Ook zit er behoorlijk wat tegenkoppeling in de stuurschakeling om de uitgangsimpedantie omlaag te krijgen. Het resultaat is een HIFI versterker met nauwelijks vervorming. Hier een foto van de PT15 versterkers (1998)

Corne.