Dag Soundman,

De grote gaten in de Baird schijf zijn lenzen. Het is de opname schijf. Ik denk dat er lenzen werden gebruikt om grotere lichtsterkte op de fotocel te laten vallen. Bij de opnames werden soms booglampen gebruikt omwille van de grote lichtsterkte. In filmprojectoren was de booglamp lange tijd de lichtbron.

Eerder merkte al iemand op dat het opknappen van de nipkowschijf zinloos is omdat er geen uitzendingen en geen camera's voor bestaan. Die meneer heeft gelijk. Ik speel een beetje vals. Mijn nipkowschijf werkt digitaal. Een raspberry pi computertje zet courante computer beeldformaten om naar grijswaarden in targa formaat. Dat laatste is eenvoudig te ontcijferen en via een digitaal-analoog converter wordt de lichtbron gestuurd. Als ik een lamp vind dan maak ik de eindtrap in buizentechniek.

Mijn lamp is die op de foto in uw antwoord. Ik herinner me dat die mijnheer Denis ... in de omgeving van Nieuwpoort of De Panne een museum had. Hij maakte moderne versie van nipkowschijven op basis van CD schijven. Die man is intussen overleden.

Het belangrijkste in uw bijdrage is dat de lamp met een mengsel van Helium en Neon is gevuld. Dat kan kloppen. Het licht dat ik zag was wat geler dan hetgeen we zagen in verlichte drukknoppen. Dat licht was meer rood-oranje.

Binnen het uur kreeg ik antwoord van het bedrijf dat ik mailde voor hervulling van de lamp. Ze verwijzen me door naar een kleiner bedrijf in de sector. Dat is een service waaraan zelfs Philips niet kan tippen. Nooit kreeg ik daar antwoord op mijn vraag waar ik een onderdeel gemaakt in hun fabriek kan kopen.

Vriendelijke groeten,

Eduard

Henk,

in de jaren 30 was PWM nog niet aan de orde..
Intensiteit van een neon gaat op en neer met de stroom erdoor, maar er zijn uiteraard limieten. 100% zwart kan maar moeilijk, de Neon doven is hij niet snel genoeg voor en je zou met een helderheidssprong zitten. Contrast is dus heel beperkt. Maar dat mocht de toen de pret niet derven.

Dag Henk,

Met PDM ontwikkel je enkel vermogen op tijdens de pulsduur. Helft van de pulsduur is helft van het vermogen en helft van het licht. Dat lijkt een kloppende redenering. Als je stroom verdubbelt verdubbelt het vermogen enkel als de spanning over de led constant blijft. Dat doet die niet helemaal. Dus is het vermogen niet evenredig met de stroom en de lichtopbrengst wellicht ook niet. Daar komt nog bij dat in tegenstelling tot PDM bij stroomsturing het werkpunt verschuift. Of bij ieder werkpunt het rendement van de led gelijk is dat heb ik nog nooit uitgevlooid. In theorie zal PDM wellicht een betere methode zijn op voorwaarde dat de frequentie hoog genoeg is. In feite gaat bij PDM iedere pixel uit streepjes bestaan. Als de frequentie hoog genoeg is kan het oog wellicht die fijne streepjes niet meer onderscheiden en zien we een gemiddelde.

Ik ben nu tevreden met het beeld dat ik met stroomsturing en een led krijg. Mogelijk moet ik met de neonlamp aan beeldkwaliteit inleveren. Over de neonlamp heb ik al wat gepiekerd. Waarschijnlijk doet die het slechter dan een led. Ik zie een probleem bij donkere tinten. In tegenstelling tot een led heeft een neonlamp hysteresis. De ontsteekspanning verschilt van de doofspanning. In de stroom/spannings grafiek is er bij een zone tussen de doof- en ontsteekspanning waar je enkel komt door de grafiek van hoog naar laag te doorlopen. Helemaal uit kan de neonlamp niet gaan tijdens het tv beeld. Als dat zou gebeuren dan moet er eerst een flink helder beeldpunt komen om het neon te ontsteken. Ik denk dat helemaal donker niet kan in een tv met neonlamp. Met een led kan dat wel. Vermoedelijk zal het resultaat met een led beter zijn dan met een lamp. Dat is eigen aan onze hobby. Er bestaan betere dingen dan buizen maar toch zijn we er uit nostalgie mee bezig. De beeldkwaliteit stelde in de jaren 30 niet veel voor. Een moderne stereo keten klinkt ook beter dan een roggebroodje.

Vriendelijke groeten,

Eduard