Beste forumleden.

Onlangs heb ik een mooie milivoltmeter aangeschaft van het merk "Chauvin Arnoux", het toestel
is in een redelijke goede staat maar de bedrading naar de toeters en bellen op het voorfront zijn
niet allemaal juist geconnecteerd, één van mijn voorgangers heeft om de één of andere renden een
gedeelte van de bedrading losgemaakt maar volgens mij althans niet juist terug aangesloten.
Op het kentekenplaatje van de meter staat typenummer "VE-5-A" vermeld en het toestel is voorzien
van 2 dubbeltriode buizen.
Het is een zeer oud meettoestel en het dateerd waarschijnlijk van begin jaren 60.
Het toestel lijkt een beetje op de zeer oude meettoestellen van Metrix en op die van CRC, ook allemaal
toestellen van Franse afkomst.

De attenuator beschikt over 12 standen zowel voor het meetbereik voltage als voor stroommeting, voor
voltage gaat deze van 1mV naar 300V volle uitslag van de meter en voor stroom is dit 1 nano Ampere (1nA)
tot 300mA.
De attenuator is OK en de bedrading hiervan ook. We hebben het één en andere moeten uitzoeken
en blijkbaar staat er op de uitgang van de attenuator telkens 3mV, ongeacht of we voltage of stroom
meten en telkens bij max. uitslag van de draaispoelmeter, deze 3mV zou dus naar de naar de buizenversterker
moeten gaan om alzo de meter aan te sturen.
Wat betreft de buizenelektronika verschilt deze toch wel een beetje van de gekende buisvoltmeters met
verschilversterker, de meter staat dan dikwijls tussen de kathode van twee buizen.
Ook heel vreemd vind ik de positie van het triller relais of "Relais De Vibrateur", welke rol dit relais
speelt in dit verhaal is voor mij een groot vraagteken. Gewoonlijk zien we zo een relais in het voedingscircuit
en staat deze in voor werking op batterijen. Hier is dit niet het geval, de contacten van het relais vibreren
beurtelings tussen 2 RC filters.
We hebben van het geheel nu een mooi schema getekend waain de meter zich nu bevind maar de verbindingen in de
rode rechthoek zijn zeker niet allemaal OK.
He middencontact van de vibrateur is geconnecteerd met de eerste buizentrap bestaande uit een dubbeltriode , de
versterkingsfactor is hier aanzienlijk groot, de tweede dubbeltriode stuurt dan rechtsreeks de draaispoelmeter.
Volgens het huidige schema zou dan het inganssignaal rechtstreeks gaan naar 1 van de ingangen van de
Vibrateur, dit lijkt me onlogisch, er zou van die 3mV niks meer overblijven denk ik . . . .toch.

Ik vraag me af welke rol de vibrateur speelt in deze meter, misschien heeft iemand van jullie hier wel een
mening over. 1 ding is volgens mij heel zeker, de verbinding van het middencontact vibrateur naar de ingang van
print -B- is correct, de soldeerverbinding lijkt origineel. De aansluiting B4 op print -B- (de ingang dus) is
voorzien van een soldeerpin in het midden van een grote glasparel, waarschijnlijk om de ingangscapaciteit tov
de massa en de printplaat zeer klein te houden.
Het buizencircuit is alleszins perfect werkende, de meter blijft heel stabiel en netjes op "0" na het nullen met
de zerosetting-potmeter. Wanneer we met de hand in de omgeving komen van de glasparel slaat de meter uit.
Aanraken van de glasparel is "not don", de meter wordt dan krachtig overstuurd.
Ook vreemd vind ik dat er geen enkel afregelpunt is voorzien in het buizencircuit, wel zitten er regelschroeven
op de contacten van de vibrateur, kalibratie van de meter is misschien dan mogelijk via deze regelschroeven.

met vriendelijk groeten . . . . Ludo

Het schema is niet duidelijk genoeg, om het geheel goed te kunnen volgen. Maar ik vermoed dat de triller bedoeld is om kleine gelijkspanningen om te zetten in wisselspanning, en dan kan deze wisselspanning met een nauwkeurige factor versterkt worden. En daarna na gelijkrichten de meter aansturen. Zo kunnen kleine gelijkspanningen nauwkeurig gemeten worden.

Piet

Ik vraag me af welke rol de vibrateur speelt in deze meter, misschien heeft iemand van jullie hier wel een mening over.

Deze meter is in feite een wisselspanning meter, de "vibrateur" is een z.g.n. synchroon chopper die de kleine gelijkspanningen omzet naar een wisselspanning en ze na versterking weer gelijkricht.
Omdat het omvormen en gelijkrichten synchroon gaat wordt het signaal dus in versterkte vorm als het ware gekopieerd.
Dit omdat gelijkspannings gekoppelde versterker trappen met buizen voor hele kleine ingangssignalen heel moeilijk te realiseren zijn. De minste drift zou de meter dan al in de hoek doen slaan.
Zoek op het web maar eens naar de docu van een HP 412A die werkt volgens het zelfde principe en heeft dacht ik een wat duidelijkere uitleg.
Het schema is zo vanaf een beeldscherm lastig te volgen, maar als je eenmaal begrijpt hoe het werkt kom je er vast wel uit.
m.vr.gr.
Anton van den Oever

Dag Piet,

Inderdaad het schema is niet duidelijk genoeg. In de eerste plaats is de bedrading tussen de onderlinge componenten in de rode rechthoek verwarrend maar zo was de connectie toen ik het apparaat in handen kreeg, anderzijds is het schema wat betreft resolutie flink kleiner geworden tijdens de upload, het is dus niet meer zo duidelijk.

Uw korte uitleg over de werking van het toestel is zeer interessant moet ik zeggen, dit draagt
sowieso mee aan het verdere verloop van de restauratie. Het omzetten van een te meten DC spanning naar een wisselspanning is compleet nieuw voor mij, dit brengt heel wat licht in de zaak, hier kan ik iets mee doen.

Ik wil u bij deze vriendelijk bedanken voor uw reactie op mijn thread . . .

Ludo

Dag Anton,

Het choppen van een DC spanning, dit is fantastisch nieuws, daar had ik nooit aan gedacht.
Het schema en werking van de HP-412A is inderdaad gelijkaardig aan dat van de Chauvin Arnoux, geweldig gewoon. Ik kan nu eindelijk uitzoeken hoe de vibrateur zijn plaatsje verdient in de millivoltmeter.

Bedankt voor de zeer interessante informatie, nu kan ik eindelijk de restaratie hervatten.

Met vriendelijk groeten . . .
Ludo.

Het choppen van een DC spanning, dit is fantastisch nieuws, daar had ik nooit aan gedacht.
Het schema en werking van de HP-412A is inderdaad gelijkaardig aan dat van de Chauvin Arnoux

Philips heeft een mooie meter uitgebracht met dit chop-idee, de Philips GM6020.
Maar dan een beetje de Rolls Royce onder de choppers, een kast met 15 buizen erin waarin niets aan het toeval werd overgelaten.
Laagste meetbereik was dacht ik 100uV, ingangsimpedantie was dan 1MOhm.
Op de meetbereiken van 10mV en hoger impedantie 100MOhm.

Dag Gerard,

Philips GM6020, nog een gelijkaardig toestel en een extra schema dat we kunnen
uitpluizen.

Bedankt hiervoor . . .

Ludo

Hallo Ludo,

De Nordmende URV356 heeft ook een chopper aan boord, evenals de opvolger van de GM6020, de PM2440. Deze choppers zijn van het merk KACO en passen in een miniatuur buisvoet. De chopper van de GM6020 is een bijzonder grofstoffelijk ding, een eigen ontwerp van Philips.

Gerrit Jan

Philips heeft dit principe heel lang vol gehouden voor de microvolt meters. Naast de GM6020 en de PM2440, werkt ook de latere PM2435 (transistor) microvoltmeter met een mechanische chopper, wordt in de SM uitvoerig besproken. Later kwamen er (soms in het zelfde model, maar andere revisie) optische choppers met (neon)lampjes en LDR´s, vervolgens met schakelende FET´s of transistors.

Dag Gerrit Jan,

Op foto lijkt de chopper van de GM6020 inderdaad erg groot.
De chopper in de "Chauvin Arnoux" is ook erg groot, 70mm x 75mm x 40mm. Een merk of type staat niet vermeld, misschien is dit ook een ontwerp van Chauvin Arnoux?

Mvg . . .ludo

Hallo . . . .

Nu ik vooruitgang maak met het restauren van de "Chauvin Arnoux" meter heb ik verscheide service manuals
doorgenomen en in het bijzonder deze van de Philips GM6020, hierin vinden we een controle en
afstelprocedure terug van de chopper.
De meetopstelling voor de chopper van de GM6020 hebben we hier opgebouwd en blijkbaar komt dit overeen
met het blokvormige signaal zoals weergegeven in de SM echter, het signaal is niet symmetrisch.
met de regelschroefjes hebben we het signaal nu netjes symmetrisch afgesteld.
De frequentie van de vierkantsgolf bedraagt 50Hz maar wat me nu wel opvalt is dat het mogelijk is om met de
regelschroefjes de golgvorm perfect blokvormig te regelen, ook de lengte van het dode punt tussen de pos. helf
en de neg. helft is perfect regelbaar.
Mijn vraag is nu dat los van de symmetrie de lengte van het dode punt invloed zou kunnen hebben op het meetresultaat.

Mijn vraag is nu dat los van de symmetrie de lengte van het dode punt invloed zou kunnen hebben op het meetresultaat.

Dat zal wel invloed hebben, het signaal wordt uiteindelijk gelijkgericht en naar het meetinstrument gestuurd. In de GM6020 zit er een elco van 50 uF over de gelijkrichter. Deze zal bij dode stukken een lagere meetwaarde geven.