Artikelen
Eenvoudig Teer-Condensatoren Namaken
door Otto Tuil
Beste forumlezers,
Eén van de bekendste zorgenkindjes in oude radio's zijn de bekende zwarte rolblokcondensatoren. Bij de
verzamelaars zijn deze condensatoren ook bekend onder de namen "teerknollen" of "teerdotten".
Vooral in Philipsradio's tot ca. 1955 werden ze veelvuldig gebruikt. Het probleem met deze condenstoren is dat
het teer door veroudering poreus wordt of barstjes vertoont. In beide gevallen kan er vocht in de condensator trekken,
waardoor ze elektrische lek gaan vertonen. Vooral in kritische delen van de schakeling kan een kleine lek al funest
zijn. Berucht is dan ook de koppelcondensator tussen de laagfrequent voorversterker (ECH21, EAF42, EBC41, EBC81,
of EABC80), en de eindversterkerbuis (EBL21, EL41, EL84) . Een kleine lek zorgt er al voor dat de instelling van
de eindbuis fout is. Het gevolg is dat de spanning op het eerste rooster op gaat lopen, waardoor de eindbuis (veel)
te veel stroom gaat trekken. Dit is te horen aan een vervormd geluid, maar wat erger is dat de eindbuis of uitgangstransformator
defect kan raken. De enige remedie is meestal ook dat een aantal teerknollen (en dus vooral die koppelcondensator)
vervangen dienen te worden, wil de radio weer goed kunnen spelen. Het probleem daarvan is echter dat de moderne
condensatoren niet dezelfde afmetingen en kleuren hebben dan de originele componenten. Het gevolg is dat de radio
een "geknutseld" aanzien krijgt. Wil de radioliefhebber het toestel echter zoveel mogelijk een origineel
aanzien blijven geven, dan moet er iets gevonden worden om condenstoren te maken die uiterlijk (vrijwel) niet te
onderscheiden zijn van de originele teerknollen. De mooiste methode die ik gezien heb is het ingieten van moderne
condenstoren in echt teer. Daarbij wordt de nieuwe condensator in een mal gelegd die de vorm en maten heeft van
een originele teerknol. Vervolgens wordt de mal volgegoten met vloeibaar teer. Voor de meeste radioliefhebbers
is dat echter te hoog gegrepen, omdat zo'n mal door een specialist gemaakt moet worden. Ik heb daarom gezocht naar
een alternatief, waarbij gebruik wordt gemaakt van standaard "huis tuin en keuken materiaal".
Bij de bouwmarkt zijn ronde houten stokken te koop. Deze stokken zijn verkrijgbaar in diameters vanaf 10 mm oplopend
in stappen van 2 mm. De houtsoort is meestal grenen, maar bij de beter gesorteerde bouwmarkt zijn ze ook in beuken
verkrijgbaar. Deze stokken heb ik als basis genomen voor onze "imitatie" teerknollen. De voorkeur voor
houtsoort is beuken omdat die iets gladder en sterker is, maar met grenen lukt het ook wel. Als we nu even alle
benodigheden op een rijtje zetten:
- Ronde houten stok van de juiste diameter
- Boormachine met houtboren in diverse maten (niet op foto)
- Schuifmaat of rolmaat
- Verstekbak met beugel-ijzerzaag
- Schuurpapier
- Vulmateriaal
- Plamuurmes
- Bakje om vulmateriaal in aan te maken
- Stukje oasis (niet op foto)
- Hobbymes
- Spuitbus matzwarte lak
- Lakstift
De procedure is als volgt:
Meet met de schuif- of rolmaat de diameter van de teerknol, en kies dan een stok met dezelfde diameter. Meet vervolgens
de diameter van de moderne condensator. Boor met een boor die iets groter is dan de diameter van de moderne condensator
een gat in de as van de stok. Boor daarbij minimaal 1 cm dieper dan de lengte van de teerknol. (In geval de diameter
van de boor relatief groot is t.o.v de stok, kan het nodig zijn om eerst met een kleiner boortje voor te boren).
Op de foto is goed te zien dat het gat reeds in een stok is geboord.
Meet vervolgens de lengte van de teerknol, en zaag met de ijzerzaag in de verstekbak een stukje van dezelfde lengte van de stok af. We hebben nu een huls gemaakt met dezelfde maten als de originele condensator:
Met niet te grof schuurpapier wordt nu de huls ontbraamd en mooi glad geschuurd. Daarna kan de nieuwe condensator in de huls worden geschoven. Vervolgens kunnen de uiteinden worden verzegeld. Dit kan op verschillende manieren, zoals met epoxyhars, lijm, was, lijm uit een lijmpistool, kneedbaar hout, gips, of Alabastine Allesvuller. De voorkeur gaat hierbij uit naar een materiaal dat na uitharding nog makkelijk te bewerken is, zodat de beste keus het kneedbaar hout, gips, of Allesvuller is. Ik heb daarom gebruik gemaakt van zowel een gipsvulling (knauf voegenfit, omdat ik daarvan nog een restje had staan) als Allesvuller. Indien gips wordt gebruikt, dan wordt in een bakje wat gips met water aangemaakt. (De Allesvuller kan zo uit de tube gebruikt worden). Vervolgens kan het met het plamuurmesje op de uiteinden worden aangebracht. Omdat die uiteinden van de originele teerknollen een beetje conisch zijn, wordt het vulmiddel royaal aangebracht:
Het drogen van het vulmiddel duurt vrij lang, maar na twee dagen is het voldoende uitgehard. Met een scherp hobbymesje wordt nu het overtollige vulmiddel weggesneden, waarbij ook de conische vorm mooi kan worden nagesneden. Hierna wordt nogmaals de huls en het vulmiddel glad geschuurd, en verder goed schoongemaakt. Het resultaat is een condensator met dezelfde maten en vorm als het origineel:
Met plakband worden nu beide aansluitdraden afgeplakt, en dan twee lagen matzwarte lak gespoten. Na droging van de lak kan het plakband weer verwijderd worden, en eventueel met een witte lakstift de waarde worden aangebracht. Uiteindelijk is dit het resultaat:
Let nog wel op dat bij gebruik van een vulmiddel op waterbasis de condensator nog geruime tijd elektrische lek vertoont. Voor condensatoren in kritische delen van de schakeling (koppelcondensator, AVR) kan het nodig zijn om de condansator nog geruime tijd te laten nadrogen. Hou in dat geval rekening met een week nadroogtijd.
Veel succes,
Otto
Opm: Voor een diameter van 16 mm zou als alternatief ook een stukje PVC elektrabuis kunnen dienen. Het (grote) gat is daarbij uiteraard al aanwezig. Wel is er hierbij meer vulmateriaal nodig, maar verder is de procedure gelijk aan de houten stokken methode. Hou wel rekening met een behoorlijk langere droogtijd.