|
|
|
Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio“s en gerelateerde zaken (zoals oude TV“s, versterkers, meetapparatuur). Hier kunt u discussiėren en chatten over uw hobby. Voorbeelden zijn: identificatie of datering van oude toestellen, vragen over documentatie, hulp bij reparaties en restauraties. De voertaal op dit forum is Nederlands, maar bijdragen in andere talen zijn ook welkom. |
Re: Leuk schema
Geschreven door Kees van Dijke om 23. Aug 2001 18:04:36:
In reactie op: Re: Leuk schema geschreven door Ben Koehorst om 23. Aug 2001 14:24:34:
Hallo Ben,
>>Wie heeft nog meer ideeen?
>>Wie vertrouwt zondermeer Elektuur ontwerpen?
>>Ik vertrouw alleen maar de datasheets van de fabrikanten.
>>groetjes,
>>-=Kees=-
>Hallo Kees,
>Volgens mij had jij gisteren je dag niet.Maar ja, we zijn wel mensen :)
>De hier voorgestelde wijzigingen zijn stuk voor stuk gebaseerd op ervaringen met gedateerde buizentechniek. Dat is overigens geen wonder op een forum dat zich bezig houdt met oude radio's, maar er is in de laatste decennia echt nogal wat geėvolueerd in de inzichten over instellingen van buizen en het gebruik van passieve componenten. Als liefhebber van (ook moderne) buizenversterkers heb ik het idee dat het getekende ontwerp nog niet zo slecht is. Behoudens de tekenfout met als gevolg die hoge spanning tussen de kathodes en de gloeidraden dan. Meer dan 100 Volt mag dat bij deze buizen absoluut niet zijn.
Bij de EZ81 is dat zelfs 350 Volt. Bij U-buizen en P-buizen is het meestal 150 Volt wat tussen gloeidraad en kathode mag staan.
En hier heb je mijn visie op de voorgestelde wijzigingen.
>1. De ultralineaire toepassing van de EL84's resulteert in een andere instelling dan jij voorstelt. In het schema is aangegeven wat de instellingseisen zijn. Ia+Ig2=49mA terwijl de negatieve voorspanning op het stuurrooster 8 Volt moet zijn. Daaruit volgt een kathodeweerstand van 8/0,049=163 ohm. Hier wordt die 163 ohm bereikt d.m.v. de parellelschakeling van 2 takken van 330 ohm ieder. Om de symmetrie van de eindtrap zo nauwkeurig mogelijk in te kunnen stellen zijn potmeters gebruikt in de linker tak en worden bij voorkeur gepaarde eindbuizen toegepast. De stroom die door beide takken vloeit is bij benadering 49/2=25 mA voor iedere tak. De potmeter wordt ingesteld op ongeveer 150 ohm en dissipeert dan 0,025x0,025x150=0,1 Watt. Die gaat dus echt niet in rook op.Ben, ik ben voor het gemak van uitgegaan dat de gemeenschappelijk kathode weerstand volgens databoek 130 Ohm moet zijn. Ga je die uitsplitsen, dan is elke weerstand 260 Ohm. Ik zou dan voor 270 Ohm 2 Watt kiezen, ook al wordt dan 0,64 Watt in elke kathodeweerstand gedissipeerd.
Verder is Ultralineair bedrijf voor mij hetzelfde als schermrooster tegenkoppeling. Het voordeel van schermrooster tegenkoppeling dat hoofdzakelijk even harmonische vervormingen overblijven (triode) terwijl het vermogen nauwelijks afneemt. (hooguit 10%) Die stopweerstanden zijn eigenlijk geen stopweerstanden, maar zijn weerstanden die zodanig gekozen zijn dat de schermroosterspanning hetzelfde is als de anodespanning, dit om secundaire emissie te voorkomen.>2. De potmeter in de anodeleidingen van de ECC83 fungeert ook weer voor het instellen van de symmetrie. Mede door de hoge inwendige weerstand van die buis moeten, om de versterking en de frequentiekarakteristiek in toom te houden, de anodeweerstanden klein worden gehouden. Vandaar die 100k en 15k. Als je hier een potmeter van 250k gebruikt dan span je het paard natuurlijk achter de wagen.
Wat ik dus niet zie is waarom weerstanden van 100k en 15k gekozen zijn, terwijl de potmeter 25k is. Omdat het een verschilversterker betreft is deze schakeling naar mijn idee niet symmetrisch in te stellen, of zie ik iets over het hoofd?
>3. De anodespanning van 300 Volt is bepaald niet overtrokken. Die is nodig om de EL84's in de ultralineaire instelling een redelijk vermogen te laten leveren. Maar het toepassen van siliciumdiodes heeft 'spikes' op de hoogspanning tot gevolg, en dat klinkt niet lekker.
Ja, maar de EZ81 heeft een nogal hoge inwendige weerstand, vandaar dat die 300 Volt niet haalbaar is bij een wisselspanning van 200-220 Volt. Bij SI diodes lukt dat nog maar net. Die 300 Volt heb je inderdaad wel nodig, maar met de EZ81 blijft er in dit geval hooguit 250 Volt over.
Wat die spikes betreft: dat klopt inderdaad en is ook wel hoorbaar, maar dit heb ik op kunnen vangen door een weerstand van 68 Ohm / 10 Watt in serie te zetten. (350 V / 250 mA). Ook condensatoren van 2200 - 10000 pF 2000 Volt over elke diode doet wonderen.
>4. De koppelcondensatoren zijn eerder te klein dan te groot. Moderne luidsprekers zijn op het gebied van laagweergave heel wat mans. Dan is het bloedzonde om dat laag bij voorbaat af te gaan snijden.
Zeer goede en grote luidsprekers hebben een grensfrequentie van rond de 38 Hz (-3 dB). Daaronder kom je toch met een REL subwoofer aan het werken, omdat veel boxen (ook de grotere) de laagste frequenties niet of gekleurd weergeven, buiten de akoestische problemen die je in relatief kleine ruimtes hebt. (staande golven, hete en dode zones). Zelf houd ik altijd 15 Hz in de gaten. Bij 2 koopelsecties zit je dan bij 30 Hz op -3 dB. Bovendien geven veel uitgangstrafo's bij 50 Hz nog maar de helft van het uitgangsvermogen door, vandaar dat ik alleen maar voor grote uitgangstrafo's ga.
>5. In een ultralineaire schakeling worden m.i. geen stopweerstanden in de schermroosterleiding toegepast. En als je dat toch doet, waarom dan 2 Watt?
Het oog :) maar 1/8 Watt doet het ook.
>6. Handen af van die ontkoppelcondensatoren van 220 nF. Die zitten er echt niet voor niets in. Denk eraan dat bij een buizenversterker de voeding in de signaallijn zit en de elco's natuurlijk ook. Maar de eigenschappen van elco's, ook die van de allerbeste kwaliteit, zijn bij hogere frequenties helaas nog steeds twijfelachtig. Vandaar die parallel geschakelde condensatoren.
Normaal gaat een elko bij hoge frequeties zijn als een spoel gedragen, vandaar dat de ontwerper kleine MKT condensators parallel zet. Bij digitale schakelingen zie je dat veel. Omdat een audio versterker relatief laagfrequent is, zijn die kleine MKT condensators naar mijn idee overbodig.
>7. De eindbuizen zijn penthodes en die hebben onder normale omstandigheden nauwelijks of geen last van secundaire emissie. De ultralineaire schakeling zorgt er voor dat de schermroosterpotentiaal die van de anode bij benadering volgt, en beperkt daarom de mogelijkheid tot die emissie nog meer.
Dit klopt als een bus, maar na de schermroosteraftakking volgt nog een wikkeling met een beetje inwendige weerstand die in de orde van 100 Ohm ligt. Ik zou dan een schermroosterweerstand opnemen.
>8. Een van de meest eenvoudige fasedraaiers is natuurlijk de splitload-, ook wel de kangeroe genoemd. Maar die kangeroe heeft, in tegenstelling tot wat je op het eerste gezicht zou denken, slechte symmetrische eigenschappen. Daarom wordt die tegenwoordig vrijwel niet meer toegepast.
Bij laagohmige fasedraaiers die ik met een ECC81 of 82 bouw is de inwendige weerstand te verwaarlozen. buizen a la ECC83 liggen bij mij uit gratie vanwege de slechte frequentie overdracht, tenzij je de versterker nogal stevig gaat tegenkoppelen. (maar dan kun je net zo goed een transistorversterker nemen).
>Conclusie:
>Knip die verbinding tussen de hoogspanning en het gloeidraadcircuit eruit en je houdt waarschijnlijk een fraai en naar moderne inzichten opgebouwd eindversterkertje over. Maar om te constateren dat de versterker goed klinkt moet je dan ook moderne luidsprekers en een hoogwaardige uitgangstrafo gebruiken.Zeer juist.
Ik denk ook dat uitgangstrafo's van een buizenversterker het zwakste punt is. Als ik zelf een buizenversterker wil bouwen, dan moet de grensfrequentie 10 a 12 Hz (-3 dB) zijn om nog voldoende vermogen bij de laagste tonen over te houden. In de praktijk betekent het dat de uitgangstrafo's groter zijn dan de voedingstrafo's.
Verder als je een buizenversterker op moderne boxen gaat gebruiken, dan moeten die van het gesloten type zijn, omdat buizenversterkers een slechte elektrische demping hebben. Bovendien krijg je rond de resonatie frequentie een lift van 2 a 3 dB, maar dat is mooi meegenomen omdat dit meestal het -3 dB punt van het luidsprekersysteem is. (mits Qtc = 0,7) Verder heb je toch wel ongeveer 2x 50 Watt RMS nodig omdat het rendement van een kwaliteitsbox vrij laag is. (89 dB/W/m en vaak nog lager).
groetjes,
-=Kees=-