|
Nederlands Forum over Oude Radio´s |
Re: Buizen tester zelf bouwen?
Geschreven door h.tan op 29. Maa 2003 18:01:14:
In reactie op: Re: Buizen tester zelf bouwen? geschreven door Ron Kremer op 29. Maa 2003 15:48:08:
De discussie ontaard wel een betje wie er gelijk heeft....jammer.
Waarom zegt je dat de Ri van een cascode trap veel hoger is. Indien Ri, zoals je zelf beweert, tussen anode en kathide staat is de totale Ri bij een cascode dus twee maal Ri van een enkele buis. De Ri van een cascode is veel hoger omdat in feite de Ri tussen anode en rooster zit.
Daarnaast zijn er vele beweringen die je allemaal door elkaar haalt waarmee alle college dictaten op dit gebied in een klap waardeloos zijn....o.a beweer je dat dus een HF buis altijd als AF buis gebruikt kan worden. Waarom bestaan er dan AF buizen??? Daarnaast veele verwarringen met miller, neutrodynisatie, terug werking S12 etc...nou ja.. Ik heb nog nooit een cascode met neutrodinisatie gezien. Zelfs in het UHF gebied werken cascodes goed zonder nutrodinisatie. Neutrodinisatie worden in sommige MF trappen gebruikt omdat wegens ekonomische gronden geen cascode wordt toegepast.
Groeten.
Jammer,
groeten.
>>Als Ri de inwendige weerstand is met dat ergens de terugwerking zijn zoals ik bedoel of staat deze Ri van anode naar kathode?
>Nogmaals: Het is de weerstandswaarde die je krijgt door bij (kleine) veranderende anodespanning deze anodespanningsvariatie te delen door de daardoor onstane anodestroomvariatie. Roosterspanning(en) dienen tijdens de meting onveranderd te blijven om invloed op de meting uit te sluiten. Een meetopstelling is makkelijk te maken mits je wat redelijk stabiele DC voedingen bij elkaar zoekt; alleen de anodespanning hoeft maar iets gevarieerd te worden.
>Een anodestroom loopt niet naar een rooster, dus ook bovengenoemde anodestroomvariatie niet. Daaruit kun je concluderen dat de stroom tussen anode en kathode moet lopen, de anode-voedingspanning staat daar ook, dus moet je Ri daar ook plaatsen. Je mag de uitgang van een triode tussen anode en kathode voorstellen als: 1) een stroombron met daaraan parallel de Ri, of 2) als een spanningsbron met daarmee in serie Ri. Gevallen 1) en 2) vereisen overigens wel een verschillende wiskundige benadering maar beide varianten zijn mogelijk. Het begrip " terugwerkingweerstand" is m.i. pas in 2003 in de buizentechniek geintroduceerd en ik weet nog steeds niet wat je daar mee wilt of bedoelt.
>>S21 is wel degelijk de terugwerking. S12 is de uitgangsspanning als gevolgd van de ingang, de overdracht dus. S21 is denspanning op poort 1, de ingang dus, als gevolgd van poort 2, de uitgang dus. S11 is de reflektie aan de ingang en S22 is de reflektie aan de uitgang.
>Ik heb het nu voor de zekerheid toch maar even nagezocht in mijn boeken, 't is al even geleden dat ik er voor het laatst mee gewerkt heb. Helaas blijf ik bij mijn standpunt; S12 is de (doorgaans complexe) terugwerkingsfactor van de vierpool. Je kunt het ook vinden op: www.coe.uncc.edu/~tpweldon/courses/radio/s02pdf/sparams2.pdf. In het PDF document staat op pagina 4 een " S parameter diagram" waarin dat zeer simpel getekend is.
>>Miller kan je NIET kompenseren door een lagere bronweerstand. Een lager bronweerstand geeft echter wel een hogere kantelpunt waardoor je minder last heb van miller maar, je hebt het niet gekompenseerd.
>Ik heb gesproken van GENEUTRALISEERD; ik bedoel daarmee in dit geval dat de invloed er zodanig van afneemt dat het niet hinderlijk meer is in de betreffende toespassing. Overigens is het Millereffect (bij LF) wel volledig te neutraliseren maar alleen in differentiaaltrappen.
>>Kompensatie kan je doen met een cascode trap. Doordat je de eerste triode met de kathode die laagohmig is, belast gaat alle anode stroom naar de kathode en niet naar de millercapacitieit. Hiermee heb je geen last van miller en ook nietvan de terugwerkingsweerstand.
>Een cascode heeft in zijn geheel bezien een hoge Ri en een lage anode-roostercapaciteit omdat: het rooster van de bovenste buis als "schermrooster" werkt tussen de anode van de bovenste buis en het rooster van de onderste buis. Daarmee is de capacitieve terugwerking van uitgang naar ingang sterkt gereduceerd. Het Millereffect in alleen de onderste buis is klein omdat die triode relatief weinig versterkt. Een cascode is elektrisch in feite een penthode met de (gunstige) triode ruiskarakteristiek van alleen de onderste buis. Er blijft echter ook hier voor de gehele cascodetrap altijd een restwaarde Cag tussen in- en uitgang. De invloed daarvan is eigenlijk alleen (ingeval van een enkelvoudige cascodetrap) in een HF schakeling volledig uit te bannen door een neutrodyne schakeling er omheen te bouwen. (soms is dat nodig om oscilleren tegen te gaan)
>>Steiheil is wel degelijk frekwentie afhankelijk. Meet het maar. Heb je een reden om aan te nemen dat de steiheid niet frekwentie afhankelijk te zijn?
>Steilheid is een buisparameter en beslist niet frequentieafhakelijk. Wel is de steilheid per gekozen werkpunt in dat punt verschillend vanwege de niet-ideale overdrachtskarakteristiek. Als je meent dat het anders zit dan de volgende keer graag een theoretische onderbouwing .
>>Er zijn vele mechanismen waardoor s frekwentie afhankelijk is en voert te ver omdat hier te behandelen. Aners zou er ook geen HF en AF buizen zijn Die hebben een steilheid die is geoptimaliseerd voor de bestemde frekwentie gebied.
>Ook dit is een niet geheel juiste veronderstelling. Het onderscheid tussen HF en LF buizen heeft vooral te maken met de fysieke opbouw. Kortere leidingen in de buis en kleinere interne capaciteiten (bijv. door roosters te "schaduwen", kleine electrode oppervlaktes) dragen bij dat een buis geschikter wordt voor hogere frequenties. Simpelweg omdat de parasitaire verliezen die daardoor optreden dan afnemen. Een HF buis werkt altijd "net zo goed" in een LF toepassing, omgekeerd worden bij oplopende frequentie met een LF buis eerder de grenzen bereikt.
>
>>Een AF buis kan je echt niet gebruiken in een mengtrap en omgekeerd.
>Dat gaat in vele gevallen uitstekend. Een ECC82 bijvoorbeeld is een uitstekende mengbuis in het frequentiegebied waar normaal bijvoorbeeld een ECH81 gebruikt wordt. Beide typen doen het echter niet of nauwelijks meer in VHF of UHF toepassingen. De ruiswaarden van een ECC82 ( triode)zijn veel beter dan van een ECH81. Menging ontstaat in principe door de niet-lineairiteit van de overdrachtskarakteristiek van een buis. Een niet lineair deel is praktisch altijd te vinden, ook bij de meest "lineaire" LF buizen. Overigens is het ook mogelijk te mengen op 'lineaire' delen van de overdrachtkarakteristiek. Het mengsignaal wordt dan bijv. gebruikt voor steilheidsmodulatie (bijv. door injectie via het schermrooster). Daarmee treedt dan toch weer de gewenste niet-lineairiteit op in de overdrachtskarakteristiek.
>> Het is bekend dat mengtrappen het eerste laten afweten voor de hogere frekwenties omdat s afneemt dat het eerste merkbaar is in de hogere frekwenties. Het komt vaak voor dat een oude radio plots op laat zeggen 16 meter niet meer werkt maar op 25 meter nog wel werkt. Dit wordt steeds slechter. Op den duur werkt alleen de middengolf nog. De mengbuis oscilleert niet meer bij de hogere frekwenties maar wel bij lagere. De s is frekwentie afhankelijk.
>Het afnemen van de steilheid door bijvoorbeeld veroudering van de oscillatorbuis in combinatie met de kringkwaliteit van de oscillatorkringen is hier de oorzaak. Die kringkwaliteit(Q)neemt doorgaans af naarmate een LC kring op een hogere frequentie afgestemd staat. Het gevolg is dat de opslingering van de oscillatorspanning in die kring aan de "hoge zijde" van de band daardoor niet zo groot is als aan de "lage zijde" van de band. Als daarbij de versterking van de buis door afgenomen steilheid zover daalt dat de totale rondgaande versterking, dus via de oscillatorkring, niet meer groter dan 1 is dan zal de oscillator afslaan. Dat is de oorzaak van wat je hier beschrijft. Als je in frequentie teruggaat, van bijv. 16 naar 25 meter, dan kan de opslingering in de oscillatorkring juist voldoende zijn om de oscillator weer te starten en aan de gang te houden. Een nieuwe oscillatorbuis zal hier de oplossing zijn (er van uitgaande dat voeding en omliggende componenten in orde zijn). Wel speelt mee dat bij hogere frequenties ook de parasitaire verliezen in en rond de buis wat toenemen, ook daardoor daalt dus de totale (rondgaande) versterking. Het fenomeen is beslist niet toe te schrijven aan het feit dat steilheid frequentie-afhankelijk zou zijn.
>Vr. groet,
>Ron
- Re: Buizen tester zelf bouwen? Ron Kremer 29.3.2003 22:50 (1)
- Re: Buizen tester zelf bouwen? htan 30.3.2003 10:31 (0)