Philips EL6401 fasedraaier (Techniek Radio/TV)

door John Hupse † ⌂, Schoonhoven, 25.09.2016, 19:25 (2985 dagen geleden) @ Ouwe Schipper

Die is daar 1 K; naargelang die hoger gekozen wordt zal dit de symmetrie bevorderen

Wanneer je deze weerstand vergroot zal de versterking van de triodes verminderen (minder anodestroom). Dat is slecht nieuws voor de versterking, en dus voor de symmetrie. Met een stroombron in plaats van de kathodeweerstand kan je wel vrij veel winnen op dit gebied. Maar dan wordt de schakeling complexer (het wordt dan een verschilversterker), en dat wilde men voor een eenvoudige PA-versterker natuurlijk niet. Een stroombron is in de praktijk eigenlijk helemaal niet nodig.

Wanneer je terugkijkt op de verschillende schakelingen die men heeft bedacht (en dat zijn er best veel) zie je dat de "toppers" (dus de schakelingen die van nature een hoge nauwkeurigheid hebben en niet al te veel gebruik maken van compensatie) of gebruik maken van een nauwkeurig geconstrueerde ingangstransformator, of een schakeling gebruiken met een hoge versterking.

Het heeft bij een balansschakeling met buizen weinig zin om een symmetrie na te streven die beter is dan 1 tot 2 procent. De eindbuizen zelf zijn immers een stuk slechter qua symmetrie. Je kunt wel met locale of overall tegenkoppeling de resterende a-symmetrie te lijf gaan.

Wanneer je uitgaat van de schakeling die ik in de vorige posting heb getekend zie je dat de nauwkeurigheid hiervan afhangt van de nauwkeurigheid van de gebruikte weerstanden, maar meer nog van de gelijkheid van de schakeling die de bovenste eindbuis aanstuurt vergeleken met de schakeling die de onderste eindbuis aanstuurt.

Het verschil tussen deze schakelingen zit 'm in het gebruik van tegenkoppeling. De getekende buis heeft een effectieve versterking van -1 maal. De open-lus versterking is ongeveer 60 maal (ECC83), de nauwkeurigheid van de schakeling is ongeveer 2%.

Wanneer 2% niet genoeg is kan je hiervoor een pentode gebruiken, b.v. een ECF82. Deze versterkt nog veel meer en is dus navenant nauwkeuriger.

De schakeling die de bovenste eindbuis aanstuurt heb ik bewust niet getekend. Het maakt immers niet zoveel uit hoe deze schakeling er uit ziet. De uitgangsweerstand is echter wel van belang, deze moet (inclusief de roosterlekweerstand van de getekende buis) immers gelijk zijn aan die van de getekende buis. Alleen dan zal de fasedraaier zonder correcties in balans zijn.

In het laatste geval zijn de beide roosterlekweerstanden van de eindbuizen eveneens aan elkaar gelijk.

Je kunt met een ECC83 en een aantal 1% weerstanden dus het ideaal (een gelijkheid binnen enkele procenten zonder compensatie) heel dicht benaderen.

Ook het fasegedrag voor hogere frequenties kan een bepaalde a-symmetrie vertonen bij een balansversterker. Zo kan de ingangscapaciteit van de getekende triode hier een nadelige rol in spelen. Wanneer je er last van hebt biedt een pentode eveneens uitkomst. De inwendige weerstand van een pentode is, zoals bekend, meestal zeer hoog, in elk geval hoger dan bij een triode. Ook hiermee moet je in dat geval rekening houden.

Misschien is het nu ook wat duidelijker waarom er toch nog buizenversterkers bestaan met slechts 1 eindbuis :-)

--
http://www.hupse.eu/radio


Berichten in deze thread:

 RSS Feed van deze thread

powered by my little forum