Gevraagd informatie over AVO type 160 (Techniek Radio/TV)

door Ron Kremer ⌂ @, Groningen, 06.09.2009, 09:16 (5557 dagen geleden) @ Loek

Inmiddels is het me duidelijk hoe de balans, met behulp van de negatieve roosterspanning, wordt ingesteld en welke componenten daarbij actief zijn.

Loek, voor de balans van de meter, dus de "0 stelling" waar vanuit de steilheid gemeten wordt is niet de negatieve roosterspanning verantwoordelijk.

Als een buis op de AVO ingesteld is volgens de gegevens, loopt er een bepaalde anodestroom. De anodestroom wordt vervolgens gecancelled met het (in AVO termen) z.g. "back off circuit". Hiermee wordt de meter op '0' gebracht als uitgangspositie voor de steilheidsmeting. Het back-off circuit doet niets anders dan een tegenspanning in het anodestroom-meetcircuit toevoegen. De grootte van de benodigde tegenspanning is afhankelijk van de lopende anodestroom en stel je op een CT160 in met de anodestroom schakelaar en -potmeter. De schalen van die schakelaar en potmeter zijn echter voorzien van mA indicaties. Als de meter op nul is gebracht is zodoende op die schakelaar en potmeter de anodestroom af te lezen.

Waar ik nog niet uit ben is hoe de AVO 160 werkt bij het meten van de steilheid van een buis.

Als de meter op nul staat, en dat is zoals voorgaand beschreven niet met de roosterspanning gebeurd zoals jij veronderstelt, wordt vervolgens voor de steilheidsmeting de roosterspanning iets gewijzigd met de "Set mA/V" regelaar. Je laat de meternaald vervolgens klimmen op de schaal tot de 1mA/V indicatie in het groene gebied.
De benodigde mate van roosterspanning om dat punt te bereiken is afhankelijk van de steilheid van de buis. Daarom kan de schaal van de "set mA/V" regelaar, waarmee je in werkelijkheid dus de roosterspanning regelt, voorzien zijn van een mA/V indicatie.

Bekijk je het signaal van het rooster op een scoop dan zie je twee halve sinusperioden elk negatief. De ene periode wordt geregeld in niveau door de instelling voor neg roosterspanning en de andere negatieve perioden wordt geregeld door de mA/V instelling.

Dat klopt niet, de helft die werkzaam is in de meting wordt zowel door de roostespanningsregelaar (RV2 in het schema) als door de steilheidspotmeter (RV3) beïnvloed.

De andere helft van de negatieve sinus heeft voor de steilheidsmeting geen waarde. Deze kun je ook uitschakelen met de Link en is er enkel om de totale negatieve spanning (dus gemiddeld) op de vijzelen, de waarde van beide helften wordt n.l. gebruikt voor het instellen van de juiste netspanning (het sinusje op de schaal) en voor de lek- en sluitingsmetingen.

De sinusperiode van de negatieve rooster instelling is in fase met de positieve helft van de anode spanning.

Dat deel van de roosterspanning is van belang voor de buisinstelling (dus anodestroom) en de steilheidsmeting.

Als je naar het schema kijkt klopt dit ook. Ook de waarneming dat bij verdraaiing van de negatieve roosterspanning of de mA/V regelaar op het rooster hetzelfde resultaat gemeten wordt klopt.

Beide hebben invloed op de roosterspanning. Als je ze elk zoveel verdraait dat de een de ander precies compenseert in roosterspanningsverandering dan blijft de anodestroom inderdaad onveranderd.

Ook klopt het dan dat alleen de negatieve rooster spannings instelling wel effect heeft omdat dan op de anode een positieve sinus helft staat. En dat bij de verandering via mA/V er geen effect is op de anode stroom omdat dan de negatieve helft van de anodestroom aanwezig is.

Dat klopt niet en is ook in tegenspraak met wat je in het schema hebt geconstateerd (voorgaande citaat). Je ziet in het schema dat RV2 en RV3 uit dezelfde negatieve spanningsbron hun voeding krijgen. Alléén de sinushelft in tegenfase met de positieve helft in de anode- en schermroosterspanning is in dit geval van belang.

Toch geeft de AVO 160 bij het meten van de steilheid de juiste waarde aan en de meter is uit onbalans dat zou betekenen dat er toch een verandering was in de anodestroom?

De 'onbalans' is inderdaad een verandering van de anodetroom. De uitganspositie voor de steilheidmeting, dus het 'in balans' brengen (de nulstelling) gebeurt door het back-off circuit en niet door de roosterspanning , zie mijn uitleg aan het begin van deze reactie.
Vanuit die nul positie wordt met RV3 een roosterspanningsverandering toegediend, het back-off circuit wordt hierop echter niet bijgeregeld. Wat je nu ziet is enkel de anodestroomverandering ten gevolge van een verandering in de roosterspanning, dus de steilheid.

Zou dit dan toch de zeer lage stroom verandering zijn die eerder opgemerkt is? De vraag is nu hoe doet hij dat? Om dit te kunnen uitzoeken heb ik wat meer informatie nodig misschien heeft iemand van jullie hier een artikel over?

De fout die je volgens mij maakt is het vergelijken van het effect van RV2 en RV3 op de anodestroom. Daar zul je wel een fractie verschil meten want ik vermoed dat je niet precies op het rooster meet als je aan of RV2 of RV3 draait om te controleren of de spanningen in beide gevallen precies gelijk gezet worden.
Waar meet je overigens mee? Een digitale voltmeter is in dit geval vaak een valkuil want die kunnen doorgaans slecht met pulserende spanningen overweg.

Als je mij een mailtje stuurt zal ik je nog wat informatie retourzenden, daaruit wordt je dan wel duidelijk hoe een AVO werkt. Hij kan bijv. volledig op wisselspanning werken en behalve de diode voor de negatieve roosterspanning kun je op alle electroden wisselspanning toevoeren. De buis zelf werkt dan als gelijkrichter.

Vr. groet, Ron


Berichten in deze thread:

 RSS Feed van deze thread

powered by my little forum