EL37 (Gezocht)

door Anton van den Oever @, Hazerswoude-dorp, 26.08.2020, 18:22 (1311 dagen geleden) @ Ron Kremer

Maar hoe meet je de statische steilheid bij een eindtriode met een lage Ri?
Philips kon dat ook maar wat was de Ri van het meetcircuit ?
Idealiter is dat 0 Ohm maar dat zal vast niet het geval zijn geweest.

Om met het eerste te beginnen, inderdaad een meetopstelling met een zeer lage Ri.
Vergeet niet dat de databladen in een lab opstelling werden (worden?) gemaakt en goed ontworpen gestabiliseerde voedingen (shunt regelaars) haalden met gemak een Ri van een enkele Ω. Ook meer dan een driekwart eeuw geleden al!

Ik heb zojuist even een PL36 aan de buizentester gehangen: (ELPO 508, Poolse AVO kloon)
De buis meet als pentode met Va = Vg2: 12,5 mA/V.
Als triode met dezelfde instelling maar dan g2 aan A verbonden: 7,8 mA/V
Nu is het meetcicuit van zo'n buizentester iets van 100 Ohm en dat is hoog t.o.v de Ri van ca. 750 Ohm van de PL36 als triode en dat geeft een behoorlijke meetfout. De invloed daarvan kun je wiskundig corrigeren maar daar moet ik dan induiken, laat het eerst even rusten.

Het is inderdaad bekend dat met testers die geen actieve meterschakeling bezitten (en dus zeker de meeste AVO’s en zijn klonen) er een grote weerstand in het meetcircuit zit waardoor je juist de dynamische steilheid aan het meten bent.
Voor een penthode maakt het niet zo heel veel uit om dat de anodespanning van veel minder invloed is op de anode stroom, bij trioden ga je daarmee de mist in.

Waar nog wel eens aan wordt voorbijgegaan is dat de er gedacht wordt dat een buis een steilheid heeft van x mA/V, wat natuurlijk onzin is.
De steilheid is een functie is van de anodestroom, deze geld dus alleen voor het door de fabrikant opgegeven werkpunt met bijbehorende instellingen.

Zodra je hier ook maar iets van afwijkt krijg je een heel ander resultaat en zeker met trioden in testers met een hoge Ri in het meetcircuit.
Een tweede punt is ook de uitsturing, juist vanwege het ongevoelige meetcircuit wordt er bij de meeste testers met een vrij grote roosterspanning variatie gewerkt.
Helaas kom je dan meestal bedrogen uit want je komt in een heel ander deel van de karakteristiek terecht, wil je het goed doen moet je dus de roosterspanning variatie zo klein mogelijk houden en de daarbij horende (kleine) anode stroom variaties met een actieve meterschakeling meten.
Hetzelfde geld ook voor zelfbouw testopstellingen, vaak wordt er gedacht dat een buis welke bij een gegeven instelling een steilheid heeft van bijvoorbeeld 8 mA/V, dat dit ook gemeten moet worden met een roosterspanning variatie van 1V.

Ook een PCF82 gemeten:
Die buis meet als pentode 5,5 mA/V.
Als triode met g2 aan de anode: 7,0 mA/V.

Verder, een penthode is geen triode wanneer je schermrooster aan de anode knoopt, hij vertoont weliswaar triode gedrag maar dat is heel iets anders. (Die discussie is hier al eens tot in den treure gevoerd)

Metingen met voor de beide toepassingen gelijke instellingen (hoe correct ook moge uitgevoerd) kunnen nooit een correlerend gedrag vertonen, anders dan dat deze door de fabrikant zijn gemeten en opgegeven of gewoon op toeval berusten.
m.vr.gr.
Anton van den Oever


Berichten in deze thread:

 RSS Feed van deze thread

powered by my little forum