indirect versus direct verhitte buizen (Techniek Overig)

door gerard ⌂ @, Zeist, 12.10.2024, 09:11 (4 dagen geleden) @ ejrietbergen
Bewerkt door gerard, 12.10.2024, 09:42

Ik heb direct verhitte buizen altijd beschouwd als een relict uit
de begintijd van de buizentechnologie: achterhaald, maar nodig om
goede oude apparatuur aan de gang te houden.
De meesten zijn ook ruim voor de tweede wereldoorlog op de markt
gekomen, daarna werd indirect verhit - niet voor niets - de norm.

Grotendeels mee eens, maar de direct verhitte buis kon op twee plekken overleven.

Batterijbuizen. Met directe verhitting is net een iets betere energie-efficientie mogelijk, dus waar dat belangrijk is werden ze gebruikt. Daarvoor had je de D buisjes voor hoortoestellen en portables. De DL96 was een extreem efficiente eindbuis en de BX439B was een batterijradio met 8 buizen die op ongeveer 1W liep.
https://webspace.science.uu.nl/~tel00101/FotoAlbum/RadioCorner/Sets/PhBX439B.htm
Dus zeg maar de tuinradio van de jaren vijftig.

Gelijkrichters. De kathode van de gelijkrichter staat op B+ potentiaal tov massa waar de overige kathodes zich bevinden. Als je die wilt voeden uit een enkele gloeiwikkeling, zal je dus heel goeie kathode-gloeidraad-isolatie moeten hebben. Om daar kosten of risico’s te voorkomen, zag je tot in de jaren vijftig de AZ1 of Rimlock AZ41, op een aparte wikkeling.
Het kon op zich wel, je had wel in de jaren dertig al de EZ2 tot EZ4, ik weet niet hoe ze die aansloten. De EZ3 kon al 500v kathode-gloeidraad-spanning aan volgens John:
https://www.hupse.eu/radio/tubes/EZ3.htm


Berichten in deze thread:

 RSS Feed van deze thread

powered by my little forum