Buizentesters: zelfbouw of aankoop ? (Techniek Overig)

door Florick Wibier @, Schaijk Noord Brabant, 30.07.2017, 18:54 (2672 dagen geleden) @ Eleen
Bewerkt door Florick Wibier, 30.07.2017, 19:16

Leuk zo’n babbeltopic!
Mijn allereerste opmerking is dat een meetresultaat van binnen een paar procent makkelijk haalbaar is met de huidige stand van de techniek, je schiet er alleen zo weinig mee op, en daar hebben de meeste ouwe rotten in het vak wel gelijk in.
Parametrisch testen heeft ook alleen zin wanneer er duidelijke specificaties van het type bekend zijn, zoals bij de philips SQ serie buizen. Over het algemeen is het meest zinvol om de anodestroom te meten bij fabrieksspecificaties, vaak 250V

De steilheid kan je dynamisch of statisch bepalen, dynamisch met een goede banddoorlaatfilter is een goede oplossing als je precisie vereist. Zie hiervoor de AVO VCM163 en L3-3 testers.

Wat wil je gaan testen of meten aan buizen, en vooral welke buizen?
Persoonlijk gebruik ik buizentesters voornamelijk om de conditie van audio buizen in te schatten, Mengbuizen voor radio ontvangers heb ik er veel van liggen, bij de reparatie van een radio is het voor mij sneller om gewoon een rits buizen te proberen tot er geluid uit de speaker komt. De eindtrappen test ik de buizen vaak wel omdat als hier kortsluiting of gas in de buis zit dit later veel problemen kan veroorzaken (Uitgebrande UGT’s of voedingstrafo’s)

Waneer het er om gaat om een doorsnee radio- of tv-buis te controleren of ie nog bruikbaar is, ben je met een eenvoudige emissietester al in staat om kaf en koren te scheiden.
Emissietesters zijn naar mijn mening rommel voor eindpitten/buizen met groter cathode opervlak heb je er niks aan, en vaak ontbreekt het aan een goede gastest.

Anders wordt het waneer je wil meten of een buis de specs, vermeld in het datablad nog haalt. Dan heb je op zen minst al 2 regelbare hoogspanningsbronnen (anode-voeding & schermrooster-voeding bij meerroosterbuizen), plus een regelbare negatieve roosterspanningsbron nodig. Uiteraard komt daar nog de gloeidraadvoeding bij, maar dat is zo voor de hand liggend, dat ik dit niet verder vermeld.

Persoonlijk heb ik hier wel ervaring mee, ik gebruik een aantal halfgeleidervoedingen als het niet anders kan. Voor de audio buizen heb ik een testertje wat met een vaste anode en schermspanning meet (250V halfgeleider gestabiliseerd). De buisvoeten hiervoor zijn voor bedraad voor de meest voorkomende audio buizen (ECC8x EL34 6l6 e.d.)
Het voordeel van een tester met maar een aantal voorbedrade sockets is dat je gewoon alle hoogohmige verbindingen kan voorzien van 100R en 2K2 weerstanden, dit helpt enorm tegen oscillatie van de buizen, maar een ECC81 is nog steeds moeilijk om te meten.

Overigens behoor je voor een nauwkeurig meetresultaat gewoon de gloeispanning te meten, de funke W19’S gaan hier vooral de mist in.
Daarbij komt nog dat veel testers veel te dunne draad gebruiken, als je dan een flinke buis zoals de 6080 (6.3V/2.5A) probeert te testen zit de spanning aan de buisvoet vaak veel lager... Daarom werd naar mijn weten bij de buizen-fabriekstesters de gloeispanning zo dicht mogelijk bij de buisvoet gemeten.. maar als er al een schakelmatrix voor zit wordt dit al bemoeilijkt.

-Wil je wat zwaardere eindbuizen of kleine zendbuizen testen, dan worden eisen ivm maximale stroom en hoogspanningswaarden snel hoger.

Dat klopt, boven de pakweg 50 watt aan anode dissipatie wordt het al moeilijker om daar nog een gestabiliseerde voeding aan te wijden zonder dat het geheel complex en zwaar word. Zeker als de neveneis is dat het over een groot spanningsbereik regelbaar is, daarom is mijn devies : 250V anodespanning en een paar vaste schermroosterspanningen


-We kunnen nu dioden, triodes en pentodes meten. Heptodes en hexodes moeten door de aanwezigheid van twee stuurroosters (g1 & g3) in twee gangen worden gemeten; bij oktodes wordt het nog ingewikkelder. Wat doe je met een Enneode (EQ40 of EQ80)?

Ik houd op bij pentodes, voor een audio buis, neem een EL34 is het voor mij belangrijk om te weten of deze bij de opgegeven specificaties 265V 250V -13.5V nog boven de pakeweg 70MA anodestroom heeft, als ze daaronder zitten gebruik ik ze voor regelbare voedingen of versterkers met kathode R’s waar ze nog wel een tijdje in kunnen draaien, in versterkers met regelbaar negatief loop je het risico dat ze niet ingeregeld kunnen worden omdat het regelbereik van het negatief niet voldoende is.

-Wat doe je met gasgevulde buizen zoals stabilitatiebuizen, triggerbuizen en tyratrons?

Persoonlijk werk ik hier niet mee, gasgevulde stabilisatiebuizen kunnen in sommige testers getest worden, ik geloof dat de Funke W19/20 diverse belastings weerstanden in de anodelijn hiervoor hebben. Idem voor Neuberger 370/375. De Russische L3-3 heeft hiervoor een vaste weerstand in de anode voeding van 1K8, je regelt dan de anodespanning af naar de waarde die op de kaart staat, en meet de stroom door de buis. Ik zelf wissel gewoon tot het weer naar behoren werkt.
Over het algemeen zijn de stabilisatoren niet heel kritisch, ze werken of ze werken niet. Idem voor gelijkrichters.

-Hoe houd je orde in al de verschillende sokkels en sockets, en welke manier gebruik je om de verbindingen tussen eigenlijke test & meet-deel en buispennen te verwezenlijken?

Mijn fabriekstester heeft een schakelmatrix met pinnen, alle spanningen, meetbereiken en aansluitingen worden in een matrix van 12x12 pinnen bepaald. Anders gebruik ik standaard draaischakelaars (Break before make)
Ik heb diverse zelfbouw testers gemaakt, en ben tot de conclusie gekomen dat voor een aantal types voorbedrade sockets het beste werkt. Zeker nadat ik met mij duffe kop weleens buizen opgeblazen heb door verkeerd aansluiten.
Ferrietkraaltjes behoor je op elke aansluiting te gebruiken tenzij de aansluiting enkel voor gloei gebruikt wordt. Anders oscilleren bijna alle buizen. Eigenlijk alles wat op een noval/ magnoval voet zit oscilleert als de bedrading niet goed is.
Voor een parametrische tester met zoveel mogelijk testmogelijkheden daarentegen kan je het beste testadapters maken voor de verschillende voeten. Je hebt dan niet het probleem van een hoop loze bedrading. Je hebt dan ook de mogelijkheid om alle bedrading tot aan de testvoet af te schermen.
Ik loop nu al tijden rond met het idee om eens een partij reproducties voor de metrix U61 verloopvoeten te laten produceren. Mocht iemand hier interesse in hebben dan mogen ze mij een mailtje sturen.


Nog wat opmerkingen MBT zelfbouw buizentesters:

Een zelfbouw tester is makkelijk realiseerbaar, je bent er ongeveer net zoveel tijd mee zoet als het bouwen van een eindversterker/ volledig opknappen van een radio.
Een goede parametrische tester, die daarnaast nog eens simpel te bedienen is (Voorbedrade sockets/ zo min mogelijk knoppen is een handig instrument om te hebben voor het meten van eindpitten.
Wat betreft precisie is het handig (als je dan toch een halfgeleiderapparaat bouwt) Om een moderne Referentie hiervoor te gebruiken LM199 (ook al 40 jaar oud)
je kan dan alle opgewekte spanningen afleiden van een precisie referentie, dat heb ik ook gedaan in mijn zelfbouw testertje, REF 01 als referentie, daar wordt met een zwik opamps en verschill versterkers de hoogspanning en negatief uit betrokken.
Als je ervoor kiest om een buizenapparaat te bouwen dan voldoet een 85A1 of 85A2 goed als referentie. Het geniet overigens de voorkeur om de voedingsspanning van de referentie te reguleren.

Mits er genoeg animo is dan laat ik een aantal printen maken om +250V hooggestabiliseerd en een negatieve voedingspanning te reguleren. Je hebt dan alleen een trafo uit een oude radio nodig waar ongeveer 250V 150mA uit komt, een 50V trafo voor negatief en een printtrafo van twee keer 15V

Hier nog een foto van mijn testertje, eerst maar eens de interne +250V meten.
[image]
Hier test ik een 6L6, Negatief -14V, de meetwaardes van een paar maanden terug worden netjes gereproduceerd. 64mA
[image]

Met vriendelijke groet,
Florick Wibier


Berichten in deze thread:

 RSS Feed van deze thread

powered by my little forum